Ferrari faalt: Nog vijf topteams die keihard zonken
Dat Ferrari slecht aan het seizoen begonnen is, is een understatement. Dat het verder ook een bijzonder armoedig seizoen lijkt te worden, is bijna een zekerheid. En dat terwijl zij vorig jaar gedurende een groot deel van het seizoen de snelste auto hadden. Hoe dat kan, moge inmiddels duidelijk zijn. Deze situatie is echter allesbehalve uniek, ook niet voor Ferrari zelf. Hier volgen de vijf grootste ‘vormdipjes’ van de afgelopen decennia.
Williams (1998)
Williams was in de jaren 90 het absolute topteam. Hun dominantie was aan het begin van dat decennium zelfs zo groot dat er regels in het leven werden geroepen om hun voordeel ten opzichte van de anderen terug te brengen. Het verbod op een actieve wielophanging is daar het beste voorbeeld van.
Hun terugval in 1998 is een voorbeeld wat grote reglementswijzigingen met een dominant team kunnen doen. De auto’s voor 1998 zagen er compleet anders uit dan een jaar eerder en dus is het niet zo gek dat Williams hun positie verloor. Al het verlies van fabriekssteun van Renault hier ook wat mee te maken.
Ferrari en McLaren (2009)
De teams die bij de reglementswijzigingen in 1998 nog van de terugval van Williams wisten te profiteren, waren nu slachtoffer van de volgende grote reglementswijziging. Adrian Newey en Ross Brawn, die in 1998 nog verantwoordelijk waren voor de auto’s van McLaren en Ferrari, herhaalden hun kunststukje voor 2009 met Red Bull Racing en Honda. Honda is nu Mercedes en die teams profiteren nu dus nog altijd van de slag die ze elf jaar geleden geslagen hebben.
Ferrari (2005)
Ferrari is zeker niet onbekend met dipjes. Naast de eerdergenoemde problemen in 2009 en later bij opnieuw een grote reglementswijziging in 2014, is ook de terugval van 2005 berucht. Een jaar waarin de auto’s op het oog nagenoeg hetzelfde bleven ten opzichte van een jaar eerder.
Het enige wat significant veranderde was het bandenreglement. Eén set banden moest in 2005 een hele race meegaan en Michelin had daar meer risico mee genomen dan Bridgestone. Dat kwam de Fransen in de loop van het seizoen wel duur te staan, maar het betekende ook dat de teams op Michelinbanden dat jaar sneller waren. Was het niet voor de blamage van Indianapolis, dan hadden Ferrari en Michael Schumacher dat jaar geen enkele race gewonnen.
Renault (2007)
Een ander voorbeeld waar je aan kunt zien dat een kleine wijziging aan het reglement genoeg is om een team van de troon te stoten, is het Renault-team na de twee wereldtitels van Fernando Alonso. Dit voorbeeld komt zeer sterk overeen met de huidige vormdip van Ferrari, omdat ook hier sprake was van een onderdeel op de Renault dat illegaal verklaard werd.
Renault had hun auto namelijk gebouwd rond het concept van een massa demper in het uiterste puntje van de neus van de wagen. Deze demper zorgde ervoor dat de voorwielen beter contact met het wegdek behield als er over hobbels of kerbstones gereden werd. Halverwege het seizoen 2006 werd dit illegaal verklaard en stemmen gaan op dat zij daar in 2007 veel last van hadden.
Red Bull Racing (2014)
Het meest recente voorbeeld van een totale ineenstorting kwam natuurlijk na de laatste grote reglementswijziging voor 2014. De Formule 1 veranderde van een kampioenschap waarin aerodynamica bepalend was voor de snelheid van een auto, naar één waarin de krachtbron allesbepalend werd.
Renault had van de drie motorleveranciers de minste goede motor gebouwd en dus was Red Bull gedoemd om de komende jaren achter Mercedes en Ferrari aan te hobbelen. En dat na misschien wel hun meest succesvolle seizoen ooit (2013), waarin Sebastian Vettel negen races op rij wist te winnen.