Tost: "Er was voor McLaren geen enkele manier om dat te compenseren"
Ondanks alle problemen leek het erop dat de Grand Prix van Australië zou doorgaan volgens planning, maar last minute werd toch de stekker eruit getrokken. Franz Tost legt uit waarom de teams besloten niet te gaan rijden.
De Formule 1-teams waren allemaal gearriveerd op Albert Park in Melbourne en niets leek meer de Grand Prix van Australië in de weg te liggen. Toen alleen bleek dat één lid van McLaren positief was getest op COVID-19 veranderde de situatie snel.
Volgens Franz Tost had niemand van de FIA of de organisatie het aan kunnen zien komen. “Australië was vrij ver weg van de ergste crisisgebieden. In Barcelona zei ik al: als we geen coronaviruslijder in de paddock hebben, dan zie ik geen reden waarom we niet zouden rijden”, vertelt de teambaas van AlphaTauri in een interview met Speedweek.com.
Geen mogelijkheid om te compenseren
Toen bleek dat McLaren zich per direct uit de Grand Prix zou terugtrekken, was het voor Tost al duidelijk dat de race op zondag niet zou doorgaan. “Zodra een team uitvalt door de ziekte, dan zouden de anderen ook niet meer rijden, dat zou gewoon oneerlijk zijn. Dat was uiteindelijk de reden waarom we onze koffers hebben ingepakt.”
Uiteindelijk moesten nog veertien andere personeelsleden van McLaren ook in quarantaine gezet worden. Volgens Tost is zoiets niet op te vangen. “Wij hebben voor de zekerheid reservepersoneel meegenomen. Dus als een monteur was uitgevallen, dan konden wij hem vervangen, evenals de ingenieurs. Maar als er meerdere mensen getroffen en geïsoleerd worden, dan is er geen enkele manier om dat te compenseren”, concludeert de teambaas.