Drive to Survive 2: Wat kunnen we verwachten?
- Daniel de Ruiter
Het was een lange winterstop maar dan is het ook ineens over. De eerste testweek zit erop. De tweede staat op het punt te beginnen en als toetje krijgen we een nieuw seizoen van de Netflix-serie Drive to Survive. In dit tweede deel wordt het seizoen van 2019 grondig uitgelicht. Wat kunnen we allemaal verwachten op 28 februari?
Dit jaar wel Ferrari en Mercedes
De twee grote afwezigen van vorig seizoen waren ook direct de twee grootste teams. Mercedes en Ferrari waren geen onderdeel van het eerste seizoen van de serie. Ondanks de afwezigheid van de populaire teams werd Drive to Survive een grote hit. Voor 2019 gaven ze Netflix wel toestemming om te filmen.
Voor het komende seizoen kunnen we dus meer actie vooraan in het veld verwachten. Waarschijnlijk zal dit deels ten koste gaan van de zendtijd voor de kleinere en slechtere teams. Over Ferrari is in ieder geval genoeg materiaal naar boven gekomen in 2019: De vliegende start bij de wintertests, een tegenvallend seizoen, het interne gevecht tussen Charles Leclerc en Sebastian Vettel en de battle tussen Leclerc en Max Verstappen.
Voor Mercedes was het jaar glorieus. Een zesde wereldtitel op rij en Lewis Hamilton pakte de eindzege bij de coureurs. Er valt met trots terug te kijken op het 2019 seizoen door het Duits-Britse team. Er was echter wel één smetje in het seizoen. Liet dat nou net de dag zijn waarop Netflix pontificaal aanwezig was in de pitbox van het team.
Duitse Grand Prix
De GP van Duitsland op de Hockenheimring was het spektakelstuk van het jaar. De regen zorgde voor een spekgladde baan. Het leeuwendeel van de coureurs gleed dan ook constant in de rondte. Het was Max Verstappen die won. Maar Mercedes viel zwaar door de mand op haar eigen 125e verjaardag nota bene.
Valtteri Bottas finishte niet door een crash vanwege het gladde wegdek. Hamilton ging op dezelfde plek de fout in maar wist net op tijd (over de witte lijn) nog de pitstraat in te rijden om schade te herstellen. Het team stond niet klaar en de historische pitstop van ongeveer vijftig seconden geschiedde.
In het weekend heerste de griep bij het team. Hamilton zelf was ook ziekjes en gaf vrij snel na de Grand Prix al aan dat hij het uitzenden van de beelden door Netflix zou verbieden. Afgelopen maand werd echter duidelijk dat dit niet het geval is en dat de race gewoon nog eens valt te beleven tijdens Drive to Survive 2 vanuit de Mercedes-pitbox.
Verstappen en Leclerc
Naast de aanwezigheid van de twee grote teams in de serie zal er waarschijnlijk ook veel aandacht uitgaan naar de beloftes in de sport. In het eerste deel van de serie werd er al op gezinspeeld: De rivaliteit tussen Verstappen en Leclerc. Sinds het aantreden van Leclerc bij de Scuderia is deze namelijk echt begonnen.
Als beiden voor het kampioenschap gaan zal deze rivaliteit pas echt losbarsten maar in de serie zal worden teruggeblikt op mooie gevechten tussen de twee jonge kemphanen. De anticipatie op de rivaliteit zal flink worden vergroot. De Grand Prix van Oostenrijk speelde een hoofdrol en zou niet mogen ontbreken.
Verstappen wist niet alleen de hegemonie van Mercedes te doorbreken op de Red Bull Ring maar ook deelde hij een flinke tik uit aan Leclerc door hem in de allerlaatste fase van de race de zege te ontnemen.
Teleurstelling bij Renault vreugde bij McLaren
Daniel Ricciardo speelde een grote rol in het eerste deel van de serie. De Australiër werd geconfronteerd met de sterkere nog jonge teamgenoot Verstappen en maakte een gewaagde sprong naar de overkant. Bij Renault verwachtte hij weer het middelpunt te worden en te kunnen laten zien wat hij waard is.
Dat lukte de coureur in 2019 zeker niet en dat lag grotendeels aan het materiaal dat het team hem leverde. Voor het tweede deel van de serie verwachten we dan ook een verhaallijn waarin de teleurstelling van The Honeybadger centraal staat.
Bij McLaren zal het niet om teleurstelling draaien maar juist om vreugde. Het team is op de weg terug sinds het afscheid heeft genomen van Honda en in zee is gegaan met Renault. Het team versloeg uiteindelijk zelfs de leverancier in het constructeurskampioenschap en eindigde als ‘best of the rest’.