Terugblik 1983-1994: De dominantie van Williams (deel 3)
- Daniel de Ruiter
We blikken terug op de carrière van de legendarische Ayrton Senna. In dit derde deel richten we ons op de dominante jaren van Williams. In 1992 en 1993 had Senna de grootste moeite met zijn Williams-rivalen. Tevens waren dit zijn laatste twee volledige seizoenen voor het tragische ongeluk plaatsvond.
In 1992 verscheen Williams aan de start van de grid met een doorontwikkeld type van de Williams FW14. Reeds in 1991 tijdens de Grand Prix van de Verenigde Staten verscheen deze bolide. De FW14B van ’92 die werd ontwikkeld door onder andere Adrian Newey bleek een waar racemonster te zijn. De gouden jaren van Williams werden ingezet.
In 1991 presteerde Williams weliswaar al sterk door een tweede plek te verzilveren in het constructeurskampioenschap, in de jaren erna werden ze alleen maar beter. Tot en met ’97 werd het team op 1995 na alleen maar eerste in het klassement. De FW14B was vooral voor Senna een doorn in het oog. De Braziliaan had net zijn derde wereldtitel vergaard en was vastbesloten voor zijn vierde te gaan om zijn aartsrivaal Alain Prost, die dat jaar niet op de grid stond, af te troeven.
Technisch hoogstandje
De Williams-Renault combinatie van Nigel Mansell en Riccardo Patrese zat vol met de nieuwste technologie en bleek zo sterk dat beide coureurs comfortabel de bovenste twee treden van het podium konden bestijgen. Althans, Mansell won overtuigend, Patrese werd op de voet gevolgd door Michael Schumacher. Opvallend genoeg kwam de regerend wereldkampioen niet eens op het podium. Senna werd vierde met drie punten achterstand op de Duitser.
In 1993 lijken de kansen te keren voor de Braziliaan. Alain Prost keert terug in de Formule 1 bij het Williams-team. De rivaliteit wakkert weer lichtjes aan. De kemphanen hebben beiden hetzelfde doel voor ogen: de vierde wereldtitel. Een stapje dichter bij de onklopbare vijf titels van Juan Manuel Fangio.
Betere wagen of betere coureur?
Senna bleek dat jaar uiteindelijk niet sterk genoeg tegenover zijn rivaal. Tijdens de Grand Prix van Europa gaf de McLaren-coureur nog wel een ‘masterclass regen rijden’. Datzelfde jaar doopte de Braziliaan ook nog Monaco om tot Senna-land. Senna pakte voor de zesde keer de zege in het Prinsdom.
Het was uiteindelijk Prost die erin slaagde die vierde titel binnen te slepen. Senna volgde met een achterstand van zestien punten en werd tweede. Alsof hij meer gedreven was door competitie die Prost hem bood, scoorde Senna een stuk beter dan het jaar ervoor.
Om alsnog voor die vierde wereldbeker te gaan nam Senna in het jaar na ’93 de plek over van Prost en ruilde hij zijn McLaren in voor Williams. De gehoopte resultaten in 1994 bleven uit. Een tragisch ongeluk maakte een einde aan de legende.