Palmer: "Door gebrek aan DRS zagen we heel andere actiepunten dan normaal"
- Richard Verweij
Een technisch mankement (volgens Toto Wolff ‘iemand die over een kabel was gestruikeld’) in Abu Dhabi voorkwam dat de DRS te gebruiken was in de openingsronden van de laatste GP van 2019. De ene coureur kon zijn geluk niet op, de andere moest tandenknarsend wachten totdat het probleem was verholpen. Voormalig F1-coureur Jolyon Palmer kijkt er met gemengde gevoelens op terug.
“Het échte racen werd anders door het gebrek aan DRS. Met DRS is het niet logisch om in bocht vijf in te halen op Yas Marina, aangezien jouw concurrent dan in uit bocht zeven DRS pakt en je weer inhaalt. Zonder DRS zagen we inhaalacties op totaal andere plekken plaatsvinden, waardoor er ook in bocht zeventien verdedigd moest worden. Sinds de introductie van DRS hebben we dat daar eigenlijk niet gezien”, analyseert Palmer op de officiële Formule 1-website.
“We zagen dus authentieker racen, maar ook de problemen die we kunnen verwachten als we de DRS achterwege laten. Kijk maar naar de situatie met Bottas, Hulkenberg en Vettel. Valtteri zit vast achter Nico en Seb zit vast achter Bottas. Dat terwijl Lewis Hamilton per rondje twee seconden uitloopt in vrije lucht. Zonder DRS lopen we dus het risico geen goede gevechten meer te hebben tussen auto’s die op een gelijker niveau zitten.”
“Zelfs met DRS, lukte het Lewis Hamilton op Monza niet om langs Charles Leclerc te komen. Zonder DRS hadden we echter geen drama gehad zoals in bocht vier of bocht één in die race. De auto’s kunnen elkaar nog niet goed genoeg volgen om DRS weg te halen, maar hopelijk is dat vanaf 2021 wel het geval”, besluit Palmer.
Mercedes meende na de race dat Valtteri Bottas mogelijk op het podium had kunnen staan als de DRS het gewoon had gedaan. Omdat de Fin met moeite door het middenveld wist te komen, liep de top van het veld echter te ver uit om dat mogelijk te maken. Bottas eindigde uiteindelijk nipt naast het podium op P4.