Boullier heeft hoop voor 'zijn' Franse GP: 'Dan kunnen coureurs echt gaan vechten'

Interview

13 mei 2021 om 07:30

Dit seizoen zal de F1 gaan testen met het gebruik van sprintraces. Deze zogenoemde sprintkwalificaties moeten ervoor gaan zorgen dat er meer spektakel in een raceweekend is en dat er voor de fans meer races zijn om naar uit te kijken. In de paddock is niet iedereen er fan van, omdat het ook meer kosten met zich mee zou brengen. Voor circuits is het echter goed nieuws, want met meer actie komt ook meer kaartverkoop.

Dat ziet ook Eric Boullier, algemeen directeur bij de organisatie van de Grand Prix van Frankrijk. Eind juni zal de paddock daar afreizen voor de Franse Grand Prix, waar het nieuwe format nog niet getest gaat worden. Dat zal een paar weken later gebeuren in Silverstone. Desondanks is Boullier blij met de verandering. “Het is een proces waar lang en goed over is nagedacht”, begint de Fransman in gesprek met GPblog.

Gaan sprintraces een succeszijn?

Het is een lang proces tussen de FIA en de F1-teams. Ik denk dat ze het goed uitgewerkt hebben en het is goed om te zien dat er grondig is nagedacht om het huidige format te veranderen”. Boullier legt wel uit dat het uiteindelijke idee anders is dan dat hij voor ogen had. “Ik had gedacht dat als het een succes zou zijn, dat ze het dan wel in zouden stellen voor het gehele seizoen.” 

Ik heb echter met Ross Brawn gesproken en die zei dat ze het bij een aantal circuits willen invoeren, om extra hoogtepunten te maken gedurende het seizoen. We zullen nog maar zien hoe het gaat werken, maar ik denk dat het geweldig zal zijn voor de fans om de kans te krijgen om twee races te zien in een weekend.” 

Geen sprintrace in Frankrijk

In Paul-Ricard zal het nieuwe format dus nog niet gebruikt worden, hoewel de geruchten nu gaan dat de kans bestaat op twee races op het Franse circuit. Ten tijde van dit interview was er nog geen sprake van dit gerucht en Boullier benadrukte toen al dat de organisatie niet bezig is met nieuwe ideeën in Paul-Ricard. “Onze focus ligt vooral op het feit dat we kunnen racen, om fans op het circuit te hebben.” 

Dat is ons doel, het maakt niet uit of we wel of niet een sprintrace krijgen. Waar het om draait is dat we kunnen racen”. Het idee van sprintraces is niet nieuw in F1. De supportklasses van de top van de autosport, de F2 en F3, maken al langer gebruik van sprintraces. De F1 kiest wel voor een alternatieve vorm door er geen sprintrace van te maken, maar juist een sprintkwalificatie. Minder punten te verdienen en het bepaald de startopstelling voor de Grand Prix op zondag.

Ik denk dat ze de Formule 2 en Formule 3 soms gebruiken om het format te veranderen. Maar wat goed kan zijn voor de F2 of F3, kan juist niet werken voor F1. Dat werkt ook andersom, dat bepaalde dingen juist wel werken voor F1, maar niet voor de F2 en F3”. Boullier gebruikt daarbij het voorbeeld van sprintraces in de supportklasses. “Ik denk niet dat reversed grids goed zullen zijn voor F1.”

Gevolgen van nieuwe reglementen

Dit seizoen zijn er al een aantal reglementen geweest die gewijzigd zijn op technisch gebied, voor 2022 staat er nog veel meer op de planning om te veranderen. In de F1-paddock wordt dan ook verwacht dat deze nieuwe reglementen voor de nodige opschuddingen gaan zorgen in de rangorde. “Ik verwacht niet dat de hele rangorde zal veranderen, hoewel veel mensen dat waarschijnlijk wel zouden willen.”

Het zou fijn zijn als het gat tussen het eerste team en het laatste team kleiner gaat zijn. Dat zal zeker helpen bij meer actie op de baan. Dankzij de nieuwe technische reglementen, kunnen coureurs echt gaan vechten met elkaar, zonder dat ze veel last hebben van aerodynamisch verlies en moeite om in te halen. Ik verwacht dat we dan ook veel wheelbanging en gevechten zullen zien en dat is wat veel racefans willen.” 

Hoe lastig zijn nieuwe reglementen voor F1-teams?

Boullier was in 2014 teambaas bij McLaren, toen het Britse team moest werken aan de grote veranderingen in de reglementen, die het dominante tijdperk van Mercedes inluidde. Volgens Boullier is het nog een hele uitdaging om een snelle auto neer te zetten, ook omdat de teams nog geen referentiekader hebben. 

Als je weet waar je staat, dan weet je ook waar je kan verbeteren. Natuurlijk weet je van tevoren niet of je genoeg verbeterd om echt snel te zijn en dat is ook echt een groot vraagteken bij de testdagen. Al helemaal de afgelopen jaren met elk team die aan het sandbaggen is, dat maakt het nog lastiger om alles te begrijpen. Het belangrijkste is dat je jezelf verbetert en geen stappen terug zet”, sluit Boullier af.