Sprintraces zijn zinloos: ‘Ik begrijp het nut er echt niet van’
Sinds de aankondiging dat er naar sprintraces gekeken wordt in het seizoen 2021, doen steeds meer coureurs, analisten en oud-coureurs hun zegje erover. Naast positieve geluiden zijn er ook kritische geluiden te horen, waarbij men in die hoek zich vooral afvraagt wat het nut er precies van is. Voormalig F1-coureur Christian Klien stelt namelijk dat het een beetje zinloos is, gezien de auto’s toch al dichterbij elkaar komen.
Nutteloze toevoeging
In aanvulling op wat Nico Hulkenberg bij het Oostenrijkse ServusTV zei, zegt Klien: “Als de auto’s dichterbij elkaar staan, dan is de race op zondag ook spannender. En een sprintrace heeft eigenlijk ook geen zin. Als Hamilton en Verstappen in de sprint als eerste en tweede eindigen, zullen ze zondag waarschijnlijk ook als eerste en tweede eindigen.”
“Vanuit dat oogpunt begrijp ik het nut er echt niet van. Natuurlijk, ze proberen de hele zaak kunstmatig spannender te maken, maar ik denk dat het basisrecept moet zijn dat de auto’s dichterbij elkaar komen. Dan komt de rest vanzelf.” En dat dichterbij elkaar komen hebben we in 2020 al een beetje gezien, wat dit jaar naar verwachting nog meer te zien is.
Kwalificaties zijn spannend
In 2022 zal het reglement veranderen met mogelijk nog minder verschil tussen de auto’s op de baan, waardoor sprintraces vanuit dat perspectief overbodig kunnen worden. Klien pleit er dan ook voor om het format zoals gebruikelijk is aan te blijven houden zonder kunstmatige toevoegingen of aanpassingen.
Zo zegt hij volgens Motorsport-Total.com tot slot: “Ik hou er niet van. Ik hou van het format zoals het nu is. Vooral de kwalificatie vind ik eigenlijk heel spannend, dat knock-out systeem.” Met de toevoeging van sprintraces schuift dat concept enigszins naar de achtergrond gezien de kwalificatie dan voor de sprintrace is en de uitslag van die race bepaalt de startopstelling voor de zondag.