Dubbele startnummers blijven geliefd bij F1-coureurs; Tsunoda zet traditie voort
Sinds de start van het F1-seizoen 2014 mogen coureurs hun eigen startnummer kiezen. In de gekozen nummers is vanaf het begin een trend te bespeuren. Men is namelijk nogal gecharmeerd van dubbele getallen. Ook Yuki Tsunoda zet die trend voort.
Hij kiest namelijk voor het startnummer 22. Bij de wagenonthulling van AlphaTauri legt hij uit waarom: "Mijn nummer bij het karten was 11, maar in de F1 is dat al ingenomen door Sergio Perez. Dus heb ik het verdubbeld tot 22, wat ik ook leuk vond omdat dit het nummer van Jenson Button was, een coureur waar ik veel respect voor heb. Het is ook een nummer dat gebruikt wordt door de Japanse coureur Takuma Sato."
Buiten dat is 22 ook het nummer waar Lewis Hamilton zijn eerste wereldtitel mee behaalde. Dat was toen alleen geen zelfgekozen nummer. McLaren reed in 2008 met het nummer 22 en 23 nadat het in 2007 gediskwalificeerd was wegens het ‘spygate’ schandaal. In 2014 koos Hamilton overigens wel voor een ander dubbel getal: de inmiddels iconische 44.
Marketing en/of bijgeloof
Dit iconische karakter van deze getallen draagt waarschijnlijk ook bij aan hun populariteit. De 33 van Max Verstappen of de 77 van Valtteri Bottas is nou eenmaal makkelijk te onthouden. Toch zal het ook grotendeels bijgeloof zijn. Of zal het toeval zijn dat 66, dat in spirituele kringen de afbraak van geloof symboliseert, als enige dubbele getal nooit gekozen is?
De enige coureur die echt maling aan bijgeloof leek te hebben was Pastor Maldonado, die jarenlang vrijwillig met het nummer 13 rondreed. Een nummer dat voor de invoering van dit systeem door de teams bewust overgeslagen werd. Het team dat als zesde eindigde in het constructeurskampioenschap reed het jaar daarop met de nummers 11 en 12, het team dat als zevende eindigde met de nummers 14 en 15.