Christian Horner: Het verhaal achter de langstzittende teambaas in de Formule 1
Christian Horner is inmiddels niet meer weg te denken uit de Formule 1-wereld. De voormalige autocoureur richtte al op jonge leeftijd zijn eigen team op, om vervolgens teambaas te worden van Red Bull Racing. Nu, vijftien jaar later, lijkt Horner gemotiveerder dan ooit. Tijd om wat dieper in te gaan op het achtergrondverhaal van de Red Bull-teambaas.
Christian Horner werd geboren op 16 november 1973, in een familie die al langere tijd in de auto-industrie werkte. Zijn vader en grootvader hadden een bedrijf dat onderdelen leverde aan motorfabrikanten. Niet gek dus dat Horner opgroeide met een passie voor auto’s.
Horner begon zijn carrière als coureur
Zelf zag hij het wel zitten om autocoureur te worden, dus begon hij met karten. Hiermee wist hij een Formule Renault-beurs te winnen, waarmee hij de kans kreeg om zijn racecarrière verder voort te zetten. Hij racete in verschillende klasses, waaronder het British Formula Renault Championship en de British Formula Two, waar hij goede resultaten wist te halen.
Toch lag zijn roeping niet bij racen. In 1997 maakte hij de overstap naar de Formule 3000, waar hij tevens zijn eigen team, Arden, opzette. Hij kocht een tweedehands trailer voor zijn team van Helmut Marko, die destijds de leiding had over het Red Bull Junior Team, en daarmee tot de concurrentie behoorde.
Roeping lag niet bij racen
Tijdens een test in 1998 reed de toen 25-jarige Horner achter Juan Pablo Montoya op het circuit van Estoril, toen hij tot de conclusie kwam dat hij niet de drive voor het racen had die hij bij Montoya zag. Op dat moment besloot Horner te stoppen als coureur, en zich volledig te concentreren op de ontwikkeling van het Arden-team.
Hij nam hiermee een groot risico, want één van de belangrijkste dingen in de Formule 1-wereld had hij niet genoeg: Geld. Horner moest geld lenen bij banken en van zijn vader, en wrong zich in allerlei bochten om het budget bij elkaar te krijgen om weer een seizoen met twee auto’s te kunnen rijden.
Toen was daar Dave Richards, eigenaar van Prodrive. Zij werkten samen met een Russisch oliebedrijf genaamd Lukoil, dat een aandeel van 50 procent in het team wilde kopen. De zoon van de baas, Viktor Maslov, wilde namelijk graag in de Formule 3000 racen.
Toen Richards aan Horner vroeg hoeveel het zou kosten om ene 50/50 aandeelhouder van Arden te worden, noemde Horner naar eigen zeggen ‘een compleet belachelijk bedrag’, waar Richards mee akkoord ging. Vanaf dat moment was het budgetprobleem opgelost. Een jaar later kocht hij het aandeel van Lukoil terug.
Successen in de Formule 3000
In 2002 nam Horner opnieuw een risico: Hij wist dat hij twee snelle coureurs nodig had om het team tot een succes te maken, en dus nam hij afscheid van Lukoil en daarmee Viktor Maslov. Tomas Enge en Bjorn Wirdheim traden in dienst als coureurs, en Arden won het teamkampioenschap dat seizoen. Ook in 2003 wist Arden het teamkampioenschap te winnen, terwijl Wirdheim kampioen werd bij de coureurs.
2004 was het laatste seizoen dat de Formule 3000-klasse zou bestaan. Er kwamen twee nieuwe coureurs naar het team: Vitantonio Liuzzi en Robert Doornbos. Ook hier kwamen Horner en Marko elkaar weer tegen: Marko was de manager van Liuzzi, die naar Arden kwam met sponsoring van Red Bull.
Liuzzi domineerde het seizoen met zeven zeges in tien wedstrijden, en wist met behulp van Doornbos, die ook een race won, zowel de titel bij de coureurs als bij de constructeurs binnen te slepen.
De overstap naar de Formule 1
In het najaar van 2004 kocht Red Bull het Formule 1-team van Jaguar, en wees in januari 2005 Christian Horner, die graag een eigen team in de Formule 1 wilde, aan als teambaas. Horner werd daarmee de jongste teambaas ooit, op 32-jarige leeftijd.
Horner had maar kort de tijd voor het nieuwe seizoen van start ging, maar wist met coureurs David Coulthard en Christian Klien toch een vierde en zevende plaats te behalen in de Grand Prix van Australië. Dat jaar behaalde het team 34 punten, en maakte daarmee een grote stap ten opzichte van de negen punten die Jaguar het jaar ervoor haalde.
In november 2005 kwam Adrian Newey naar Red Bull Racing als CTO, een zet waar Horner een grote rol in speelde. In 2006 stond het team met David Coulthard voor het eerst op het podium, waarna Horner in het zwembad sprong terwijl hij niets meer droeg dan een Superman-cape. Robert Doornbos werd dat jaar test- en reservecoureur, en reed de laatste drie races van het seizoen in de plaats van Christian Klien.
In 2007 kwam Mark Webber naar Red Bull en stapte het team over van Ferrari- naar Renault-motoren. Ze werden echter geplaagd door betrouwbaarheidsproblemen en kenden veel uitvalbeurten. Ook 2008 verliep moeizaam, en Coulthard kondigde aan het eind van dit seizoen zijn pensioen aan.
Keerpunt voor Red Bull
2009 was een keerpunt voor Red Bull: Sebastian Vettel kwam naar het team, en de betrouwbaarheidsproblemen werden grotendeels opgelost. Samen met Webber wist hij zes races te winnen.
2010 betekende de start van de dominantie van Red Bull, die vier jaar zou duren. Sebastian Vettel werd wereldkampioen en Red Bull won de constructeurstitel. Hiermee werd Horner de jongste teambaas ooit die een F1-kampioenschap won. Ook in 2011, 2012 en 2013 werd het team kampioen bij zowel de coureurs als de constructeurs.
Aan die dominantie kwam echter een einde toen het hybride-tijdperk zijn intrede deed in de Formule 1. Renault wist geen betrouwbare en competitieve hybride krachtbron te bouwen, en het team begon met een achterstand die tot op heden voortduurt, al is er de laatste jaren zichtbaar vooruitgang geboekt.
Max Verstappen
In 2016 deed Red Bull een gewaagde gok door de 18-jarige Max Verstappen naar het team te halen, en Daniil Kvyat terug te zetten naar Toro Rosso. Het bleek echter een goede gok, want Verstappen won meteen zijn debuutrace voor het team en wist ook in de jaren die volgden veel indruk te maken. Buiten de goede resultaten kreeg Red Bull Racing er hierdoor een enorme fanbase bij in Nederland.
Onder leiding van Christian Horner is een hecht team ontstaan met een goede sfeer, maar waar wel van iedereen verwacht wordt dat ze alles geven. Horner probeert dan ook altijd het beste uit elk teamlid te halen, maar bemoeit zich niet teveel met de expertise van anderen. In zijn eigen woorden: ‘Het heeft geen zin om een specialist in te huren en hem of haar vervolgens te vertellen hoe ze hun werk moeten doen.’
Dit is duidelijk zichtbaar in de werkwijze van de pitcrew van het team, die zelfs onder hoge druk allemaal hun taak kennen en hierin uitstekend met elkaar samenwerken. Horner heeft van Red Bull Racing een geoliede machine gemaakt waarin alle afdelingen gesynchroniseerd zijn met elkaar. Eén ding blijft echter nog uit: Het winnen van kampioenschappen. De inmiddels 47-jarige Horner zal ongetwijfeld degene willen zijn die het team opnieuw naar grote hoogtes kan brengen, en zal zeker tot die tijd nog niet elders zitten met zijn gedachten.