Alpine weer in de F1: De terugkeer van een onzichtbare oude bekende

Eerste optreden

Als we ver in de geschiedenis duiken, dan komen we de naam Alpine in combinatie met de Formule 1 tegen in het jaar 1968. Dit was het jaar dat de Alpine A350 Grand Prix auto werd gebouwd, maar echt tot racen in de koningsklasse is het met deze auto nooit gekomen. De auto is zeker afgemaakt en zelfs getest op Zandvoort door Mauro Bianchi, maar Renault was niet tevreden.

De auto was gebouwd op de Gordini V8 en daarmee toonde Alpine aan Renault dat ze in staat waren om een capabele raceauto te maken. Het probleem was echter dat de Cosworth motoren van toen bewezen sterker en beter waren, waardoor Renault besloot de Alpine A350 Grand Prix niet in te zetten tijdens de Franse Grand Prix en de auto zelfs te vernietigen.

Enerzijds omdat de gebruikte motor niet goed genoeg was, anderzijds omdat de auto niet het ‘image’ van Renault zou reflecteren.

Open-wheel racing

Alpine heeft zich nadien nooit echt in de Formule 1 begeven als daadwerkelijke gelijknamige constructeur, maar is altijd links of rechtsom – al dan niet via Renault – bij de autosport betrokken geweest. Zo is het bedrijf in 1971 begonnen met het bouwen van open-wheel raceauto’s, aanvankelijk voor de Formule 3. Tegelijkertijd bouwden ze in dat jaar ook auto’s voor de Formule 2.

De chassis die ze van 1972 tot 1974 gebruikten verschenen ook onder de noemers Alpine A367 op de baan, maar dan wel met een Ford-Cosworth of BMW motor. Dit omdat Renault toen niet in staat was om een competitieve motor voor die raceklasse te bouwen. In 1976 lukte dat ze wel en dat samen met de ‘Elf 2J’, wat in feite een Alpine chassis was, wist Jean-Pierre Jabouille het kampioenschap te winnen.

Het jaar erop was ook succesvol via het klantenteam Martini, waar René Arnoux in 1977 Formule 2 kampioen werd. Ook hadden ze een Formule 1 auto gebouwd, maar die is in de koningsklasse nooit onder de naam Alpine gebruikt, gezien hun entree onder ‘Renault’ was.

Direct en indirect bij autosport betrokken

Alpine is in de jaren nadien altijd bij autosport betrokken geweest, maar in de Formule 1 is de naam nooit echt letterlijk gebruikt. Wel zijn ze veel actief geweest op Le Mans en daarnaast werd de naam Alpine ook veelvuldig gebruikt in combinatie met Renault voor het duiden van bepaalde modellen auto’s.

In 1995 liet Renault het merk helemaal voor wat het was, omdat het bij de verkoop van consumenten auto’s in het Verenigd Koninkrijk voor problemen zorgde. Dit omdat de merknaam Alpine daar geregistreerd was door het bedrijf Sunbeam, waardoor het niet gebruikt kon worden, maar dat terzijde. Gezien Alpine F1 Team gevestigd is in Enstone, Verenigd Koninkrijk, lijkt dat probleem niet langer aan de orde te zijn.

Nu we de sprong maken naar 2021, waarbij de naam weer terugkeert, zien we dat het niet helemaal zonder reden is. Alpine is vandaag de nieuwe benaming van de sportdivisie van het Renault-automerk. Dit om het wat exclusiever te laten klinken en de beste reclame is dan natuurlijk om ook een Alpine Formule 1-team te hebben.

Daarmee is de terugkeer van Alpine in de Formule 1 officieel een feit en nu zijn ze ook echt zichtbaar als merknaam. Het is een interessant merk om naar te kijken, omdat het nooit zo visueel is geweest, maar toch hebben ze wortels in diverse takken van de autosport. Niet voor niets wordt daarom de naam veelvuldig aangehaald als een merk dat terecht in de Formule 1 thuishoort.

De korte geschiedenis van Alpine specifiek met betrekking tot de autosport komt hier tot een einde, maar weet dat het merk nog veel en veel meer gedaan heeft op diverse andere vlakken. Desalniettemin moeten we niet vergeten dat er onder het nieuwe uiterlijk gewoon een bekend team zit, en dat is Renault. Er zijn weliswaar wat verschuivingen rondom het management, maar uiteindelijk zullen de prestaties op de baan tellen.

Weet Alpine F1 Team dit jaar wel te doen wat Renault F1 Team de afgelopen jaren niet lukte; het leveren van een kampioen?