Lammers: "Als er echt iets gebeurt, ben je er in een kwart van de tijd uit"
Het was een wonder dat Romain Grosjean levend uit de vlammenzee kwam na zijn crash tijdens de Grand Prix van Bahrein. Het moment wordt dan ook veelal geanalyseerd, zo ook bij de Formule 1-podcast van NOS. Amber Brantsen bespreekt de race met Louis Dekker, Jan Lammers en Indycar-coureur Rinus van Kalmthout.
Van Kalmthout zag het ook live gebeuren: “Het was heel spectaculair. Het was al een beetje rommelig in het achterveld, en ineens zag ik Grosjean de muur in duiken, en het moment van impact was gewoon één grote explosie.”
Dat Grosjean, mede dankzij de halo, uit het brandende wrak wist te ontsnappen was op dat moment nog niet bekend. “Het eerste wat ik dacht was: Hoe gaat hij hier snel uitkomen? Je zag de achterkant van de auto, maar je zag niet waar de voorkant was. Je zag alleen één grote vuurbal.”
Snel uit de auto komen
Daarnaast moeten er in korte tijd heel wat handelingen uitgevoerd worden om uit de auto te komen. In principe moeten coureurs dit binnen 6 seconden kunnen doen, maar op zo’n moment is het nog maar de vraag of je helder kan nadenken. Gelukkig was dit bij Grosjean het geval.
Jan Lammers voegt daaraan toe: “Je moet aan de FIA kunnen bewijzen dat je binnen de tijd uit de auto kan komen. Vooral in het begin is dat een enorm geklooi, maar ik ben er wel achter dat als er echt iets gebeurt, je het in een kwart van de tijd kan doen. Op de een of andere manier vind je dan toch energie, en je zit natuurlijk volgepompt met adrenaline.”
“Buiten dat het een enorme klap is zie je niks, je hebt totaal geen idee van je omgeving, dus je oriëntatie is compleet weg. Het is dus puur intuïtief dat je al die handelingen uitvoert”, aldus Lammers.