‘Handicapsysteem geeft teams een kans hun achterstand in te halen’

Inhaalslag

Het systeem moet er voor zorgen dat teams die achter lopen de mogelijkheid krijgen die achterstand in te halen. De beste constructeur van 2020 krijgt in 2021 slechts negentig procent van de normale tijd in de windtunnel, terwijl het slechtste team 113 procent krijgt. Het aantal toegestane tests in de windtunnel variëren van 36 tot 45 keer per week. Vanaf 2022 worden die verschillen zelfs nog groter.

James Key, technisch directeur bij McLaren, is er nog niet over uit of hij dit een goede ontwikkeling vindt. "Met zo'n scenario heb je geen gelijke kansen meer. Zeker als je een compleet nieuwe auto ontwikkelt, is het vrij oneerlijk om zo'n handicap op te leggen aan teams die goed werken. Succes moet immers niet gestraft worden", vertelt Key op Motorsport-Total.com.

Kansen voor teams

Key ziet echter ook zeker de voordelen van zo’n systeem. "Sommige teams moeten hun achterstand inhalen, en dat geeft hen een kans om dat te doen. Dat is goed. Vanuit een puur sportief oogpunt is het niet slecht.” Hij vindt echter ook dat het systeem niet steeds het klassement ondersteboven mag gooien. “Als het betekent dat er elk jaar een ander machtsevenwicht is, dan is dat niet langer een geldig punt.”

Prijzengeld of ontwikkeling

Voor een team als McLaren dat in de middenmoot vecht, werkt het handicapsysteem ook de andere kant op. Een lagere plek in het kampioenschap levert misschien meer tijd in de windtunnel op voor ontwikkeling, maar ook substantieel minder prijzengeld. "We willen elke race en elk kampioenschap zo hoog mogelijk eindigen. Dat is het hoofddoel", stelt Key resoluut.

Bovendien, zo stelt hij, maakt het op korte termijn niet uit of ze derde of vijde worden in het kampioenschap. "Wat cruciaal is voor ons als privé-team, is dat we duidelijk vooruitgang boeken. We hebben nog een lange lijst voor ons liggen totdat we zijn waar we willen zijn. Dat is waar we ons op concentreren."