Verstappen voorziet probleem op Imola: 'Dat gaat niet makkelijk worden'
Van tevoren was er veel kritiek op het plan om een raceweekend van twee dagen te houden op Imola, onder andere van Max Verstappen. Toch is de Nederlander nu wel blij met de beslissing.
Normaliter hebben coureurs maar liefst drie vrije trainingen om hun auto in optima forma te krijgen voordat de kwalificatie begint. Voor de Grand Prix dit weekend was er alleen een ander plan, namelijk maar één vrije training op zaterdagochtend. Max Verstappen was toen het plan werd aangekondigd er geen liefhebber van, maar vindt het achteraf gezien wel prettig.
“Het was een fijne voorbereiding. We zijn meteen goed begonnen, het ging vrij soepel. Ik had niet echt veel problemen met de auto, zoals met de balans, dus in dit geval is het geweldig om maar één vrije training te houden”, legt de Nederlander uit tijdens de FIA persconferentie na afloop van de kwalificatie.
“Als je wat meer met de auto aan het worstelen bent dan wil je natuurlijk wel nog een extra vrije training hebben. Dus ik denk dat het soms goed is, maar andere keren zul je meer problemen ondervinden.”
Problemen tijdens de kwalificatie
Daar kreeg Verstappen juist in de kwalificatie last van, toen hij tijdens Q2 plotseling niet de volle kracht van de motor kon benutten. “Ik had geen power. Toen wel weer. Daarna niet meer. Ze zeiden tegen mij dat ik door moest gaan, maar het had geen zin om te blijven rijden. We moeten er nog wat beter naar kijken om nu precies te achterhalen wat er mis is gegaan. Ik heb nog niet met mijn engineers gesproken over het probleem, want dat heeft geen nut tijdens de kwalificatie. Ik moet gewoon focussen op mijn taak.”
De coureur van Red Bull Racing hoopt dat hij dat morgen ook kan doen en daarmee de Mercedessen kan uitdagen. “De long runs tijdens de training was wel goed, dus hopelijk kunnen we morgen dezelfde tijden rijden. Laten we hopen dat we een goede snelheid morgen hebben. Ik denk alleen dat het sowieso niet makkelijk wordt om hier in te halen. We zullen gaan zien wat we kunnen doen”, concludeert Verstappen.