Mercedes steunt controversieel plan Red Bull Racing
Door het vertrek van Honda zit Red Bull Racing in een lastige positie. Het team wil het liefste het project van Honda overnemen, maar wil dan wel de motorontwikkeling voor 2022 bevriezen. Mercedes heeft nu haar steun uitgesproken voor dat plan.
Red Bull Racing was van plan om samen met Honda toe te werken naar een kampioenschap. De Japanse motorfabrikant heeft alleen besloten om na 2021 uit de Formule 1 te stappen. Daardoor lijkt het team weer overgeleverd aan Renault, tenzij het project van Honda overgekocht kan worden. Dan wil Red Bull alleen wel de motorontwikkeling voor 2022 bevriezen, om een grote achterstand te voorkomen.
Dat kan het team alleen natuurlijk niet op eigen houtje beslissen en daar is niet alleen de steun van de FIA voor nodig, maar ook de andere teams. Opvallend genoeg heeft Mercedes zich nu uitgesproken voor het plan. “De Formule 1 kan het in theorie redden met drie motorleveranciers, maar het zou natuurlijk veel beter zijn met vier. Zeker als we zo’n kans hebben. Ik snap de positie van Red Bull en ook dat ze niet terug willen gaan naar de status van een klantenteam”, vertelt Toto Wolff aan Motorsport.com.
Begrip voor de situatie
“Red Bull wil natuurlijk een fabrieksteam blijven en dingen optimaliseren. Mogelijk ziet er ook nog wat in de pijplijn van Honda, waardoor ze het vertrouwen hebben dat de motor nog beter wordt. Ik denk dat we er alles aan moeten doen om Red Bull Racing deze kans te geven”, legt de teambaas van Mercedes uit. De Oostenrijker snapt dat elk team de beste deal probeert te krijgen.
Toch is de steun van de concurrent opmerkelijk, aangezien beide teams vaker elkaar geprobeerd hebben de loef af te steken. “Ik snap heel goed dat ze geen wapenwedloop willen beginnen met andere merken en enorme bedragen willen uitgeven. Het is in dat opzicht een redelijk voorstel van ze en dat wil ik dan ook steunen. Ik vind bovendien dat Red Bull een enorm belangrijk merk is voor de sport en we moeten er alles aan doen om ze in de Formule 1 te houden”, concludeert Wolff.