Algemeen

Wolff, Horner, Binotto en hun toekomstvisie voor de Formule 1

18 juni 2020 om 07:00
Laatste update: 18 juni 2020 om 07:23

Het afgelopen jaar is veel gediscussieerd over de richting die de Formule 1 voor de toekomst in moet slaan. Niet alleen door de media en fans, maar vooral ook door de drie partijen die tot een nieuw akkoord moesten komen; de FIA, Liberty Media en de teams. Hier volgt een kort overzicht van de standpunten die de teambazen van de drie grote teams daarbij hebben ingenomen.

Aan de hand van deze standpunten zou je op kunnen maken wat hun ideaalbeeld voor de Formule 1 is, maar daar moet de kanttekening bij geplaats worden dat zij met vrijwel al hun uitspraken in het belang van hun eigen team (en dus werkgever) spreken. Dus of het echt hun persoonlijke mening is, zullen we voorlopig wel niet weten, maar er kan wel bekeken worden wie de beste deal uit de onderhandelingen voor een nieuw akkoord heeft weten te halen.

Toto Wolff

In de eerste plaats heeft de teambaas van Mercedes namens zijn werkgever vanaf het eerste moment dat de FIA en Liberty Media een budgetplafond aankondigden, opengestaan voor dit idee. Of dat ingegeven is door een aanstaand vertrek van de Duitse autofabrikant valt te bezien, maar het geeft wel aan dat Mercedes bereid is om concessies te doen ten gunste van een eerlijker strijd tussen de teams.

Hoewel Wolff het afgelopen jaar meerdere keren van mening veranderd is over de hoogte van dit plafond, is hij wel consequent over de kern van dit concept. Dat blijkt ook uit zijn standpunt over de aerodynamische handicap, waarbij topteams de komende jaren geleidelijk minder ontwikkelingstijd in de windtunnel krijgen.

Wolff vindt dit een subtiele oplossing. In tegenstelling tot het plan van Ross Brawn om een sprintrace met omgekeerde startopstelling in te voeren. Dat vergeleek hij namelijk met de klap van een honkbalknuppel. Wolff vindt het niet bij topsport en de Formule 1 passen dat het ontwikkelen van de snelste auto hiermee in wezen bestraft wordt.

De Oostenrijker is dus een voorstander van het gelijktrekken van de middelen waarmee in de fabriek gestreden wordt, maar eenmaal op de baan is het ieder voor zich. Daar geldt alleen de wet van de sterkste.

Christian Horner

Bij Red Bull Racing begrijpt men inmiddels dat er wat moet veranderen in de Formule 1 willen alle teams het overleven. Echter, in tegenstelling tot Wolff heeft Horner het budgetplafond wel geaccepteerd, maar nooit omarmd.

Zelfs toen de onderhandelingen op z’n eind kwamen, opperde Horner nog zijn alternatief voor het budgetplafond: de klantenauto. Daarbij zouden kleinere teams simpelweg een chassis van één van de grotere teams kunnen kopen. Hierdoor hoeven ze die niet zelf te ontwikkelen en heeft men voor relatief weinig geld een behoorlijk competitieve auto.

Dat Red Bull Advanced Technologies al ervaring heeft met zo’n constructie (de beginjaren van Toro Rosso), zal ongetwijfeld hebben meegespeeld bij zijn enthousiasme voor dit idee. Toch kun je ook zeggen dat dit op de korte termijn in ieder geval een competitief veld op zou leveren. De Racing Point voor 2020, wat volgens velen gewoon een roze Mercedes is, lijkt hier het bewijs voor te leveren.

Wat betreft de aero-handicap en het plan voor een omgekeerde startopstelling, staat Horner ook hier in beide gevallen recht tegenover Wolff. Het handicap reglement heeft hij zelfs ‘pervers’ genoemd, omdat je de kleinere teams hier indirect relatief meer geld door uit laat geven. De omgekeerde startopstelling vond hij juist de moeite waard om uit te proberen.

Mattia Binotto

Net als Horner heeft Binotto vanaf de eerste minuut dat het plan voor een budgetcap bekend werd aan de handrem getrokken. Daarbij heeft hij openlijk gedreigd met een vertrek van Ferrari uit de Formule 1, een dreigement dat ondertussen bijna evenveel bij de tradities van de Formule 1 pas als Ferrari zelf.

Toen hij eenmaal in de gaten kreeg dat hij deze strijd niet ging winnen, kwam ook Binotto met een eigen alternatief voor het budgetplafond. In plaats van een gelijk plafond voor iedereen zouden de topteams met een eigen plafond mogen werken. Dat budget voor die topteams was uiteraard hoger. Volgens Binotto was dit nodig omdat die teams nou eenmaal een andere (duurdere) manier van werken hebben.

Ten slotte heerst er (vooral) bij Ferrari nog een ander idee. Binotto heeft daar het afgelopen jaar weinig tot niets over gezegd, maar voormalig baas Luca di Montezemolo bijvoorbeeld wel. En dan is het concept van drie auto’s per team. Mocht één van de kleinere teams wegvallen, kun je op die manier alsnog de grid vullen. Ferrari ziet dat dus wel zitten en biedt een eenvoudige oplossing, zonder dat dit ten koste gaat van het huidige status quo.

Wolff op weg naar leiderschap?

Uit de verschillende standpunten kun je opmaken dat vooral Wolff en Horner elkaar buitenspel hebben willen zetten. Het is dan ook ironisch dat juist zij het meest hebben geklaagd over opportunistisch gedrag van de andere teams.

Het is daarnaast ook duidelijk dat Mercedes en Toto Wolff zich het meest realistisch hebben opgesteld en daarmee in ieder geval publiekelijk de strijd hebben gewonnen. Ze hebben waarschijnlijk iets meer moeten inleveren dan ze wilden, maar Wolff heeft wel consequent het traject wat de F1 nu inzet gesteund. Het is daarom niet gek dat zijn naam al enige tijd wordt genoemd als degene die voor Liberty Media de sport moet gaan leiden.