Column: Daarom moet er zo snel mogelijk geracet worden zonder publiek

Het is maar een spelletje

Een veelgehoord argument op de televisie en voornamelijk in praatprogramma’s, is toch elke keer weer dat het maar een spelletje is. Of het nou gaat om Formule 1, voetbal of wielrennen. Het probleem is echter dat het geen spelletje meer is. Je bent gek als je dit vergelijkt met een familiespelletje of een uitje op het strand, want in de hedendaagse sport staat er veel meer op het spel.

Het gaat in de Formule 1 niet alleen om de coureurs. Natuurlijk verdienen die bakken met geld en dat zijn ook zeker niet degene waar we medelijden mee moeten hebben. Datzelfde geldt voor topvoetballers en de toppers van welke andere sport dan ook. Topsport huisvest echter niet alleen plaats voor topsporters, maar ook voor vele andere medewerkers.

Denk aan alle medewerkers binnen de teams en binnen de Formule 1 die normaal gesproken leven van de sport. Of het nou gaat om de engineer, de monteur, de wasvrouw, de fotograaf of degene die de ramen lapt van de fabriek, alles komt nu stil te liggen en dat kost banen. Zoals men dus zoekt naar oplossingen voor horeca en scholen, dient er ook gezocht te worden naar een oplossing voor topsport.

Ik heb het niet over de voetbalclubjes bij je om de hoek, want recreatiesport, amateurs en jeugd kunnen best even wachten. Daar staan geen banen op de tocht, maar hoogstens enkele fanatieke vrijwilligers die graag weer het veld op zouden gaan om te starten (aldus deze fanatieke jeugdtrainer).

Topsport is werk

Het gaat uiteindelijk om de banen en topsport is in de moderne tijd uitgegroeid tot werk. Waar we dus zoeken naar mogelijkheden om de horeca en scholen weer open te krijgen om zo ook de economie en kinderen weer een handje te helpen, moeten we ook denken aan de banen in de sport. In Duitsland spreekt men al van een voetbal seizoenstart zonder publiek en ook de UEFA wil zo snel mogelijk door met het voetbal, maar wat wil de Formule 1?

Het voordeel van de Formule 1: Je hoeft niet weken in een trainingskamp om de coureurs weer fit te krijgen, die kunnen redelijk snel weer aan de bak. De fabrieken moeten weer opstarten en het personeel zal even moeten inkomen, maar in principe zou de F1 zelf snel kunnen starten. Het is dan ook een groot voordeel dat de organisatie vrije hand heeft gekregen om de kalender flexibeler in te plannen.

De sport redden

Teams en organisatie moeten nu gered worden en een snelle seizoenstart is daarbij essentieel. Des te langer de sport stilstaat, des te meer teams er zullen omvallen. ‘Een jaartje overslaan’ is dus geen optie, want dan starten we 2021 met drie teams. Het moet anders en daar is een goed plan voor nodig.

De Formule 1 zal de eerste races, en misschien wel meer, zullen rijden zonder publiek. Het moet. Voor we kunnen starten met publiek is de sport al failliet. Voor organisatoren van de Grands Prix is dit zeker niet ideaal, want zij hebben normaal een heel weekend om dit evenement van inkomsten te voorzien. Aan de andere kant zullen zij maar wat graag de race alsnog organiseren, aangezien de kaarten al zijn verkocht. Die allemaal moeten terugbetalen betekent voor negen van de tien organisaties ook een faillissement.

Het wordt tijd om in oplossingen te denken en niet in problemen. Hoe kan men tijdens het coronavirus ervoor zorgen dat sporten niet failliet gaan? Racen zonder publiek is het devies, met grondige testen voorafgaand aan de intrede op het paddock, zoals Ross Brawn zelf ook al aangaf. Als het hele circus virusvrij is en eenmaal in het isolement van start kan gaan, dan is er niets dat de F1 nog kan stoppen om een groot succes te worden.

Het gaat niet om de fan die graag een wedstrijdje wil zien, het gaat niet om de sporter die zich verveelt, maar om de duizenden banen en bedrijven (want dat zijn clubs, teams en organisaties van sporten geworden) te redden die op het punt van omvallen staan. Racen zonder publiek is niet leuk en zeker niet ideaal, maar het is de beste oplossing die er is in de huidige omstandigheden.