Red Bull en Ferrari gaan niet akkoord met budgetplafond onder de 150 miljoen
- Daniel de Ruiter
Vanwege de bizarre wending die het F1-seizoen van 2020 heeft genomen zijn er veel veranderingen voorgesteld in de reglementen. Onder andere het budgetplafond van 175 miljoen, dat vanaf 2021 zou ingaan, lijkt onderhevig te zijn aan verandering. Een verlaging van dit bedrag lijkt niet langer onmogelijk. De teams zijn echter verdeeld.
Vanwege het coronavirus is de F1-kalender van dit jaar compleet overhoop gehaald. Er ligt nog niet vast of er dit jaar überhaupt wel geracet gaat worden maar de FIA is druk bezig met een herindeling. Ondertussen worden alle geplande regelwijzigingen opnieuw bekeken. Wat is haalbaar en hoe kunnen de teams en medewerkers financieel gezond blijven?
Auto Motor und Sport meldt dat er een belangrijke oplossing gevonden kan worden in de verlaging van het geplande budgetplafond. Volgens het medium gaat die verlaging er ook komen. Er was al onenigheid over het eerste plan van 175 miljoen. In dit plan zouden teveel uitzonderingen zitten waaronder het budget niet zou vallen. Dit zou voor de kleinere teams als nog een groot nadeel blijven
Red Bull en Ferrari sputteren tegen
De teams zijn druk in gesprek met de FIA en de FOM om tot een overeenstemming te komen. Het eerste gesprek over de aanpassing van het bedrag duurde maar liefst vier uur. Uit deze meeting is naar voren gekomen dat het leeuwendeel van de teams een plafond van rond de 100 miljoen wel ziet zitten. Daarnaast vragen ze ook minder uitzonderingen van uitgaven die buiten dit budget vallen.
McLaren, Renault, Racing Point, Williams, Alfa Romeo en Haas waren het roerend eens en stelden een plafond van 100 miljoen voor. Alpha Tauri neigt naar het moeder bedrijf maar is het in principe eens met dit bedrag. Vooral Ferrari en Red Bull schijnen tegendraads te zijn. De twee teams willen niet akkoord gaan met een budgetplafond onder de 150 miljoen.
Vermindering in fases
Mercedes houdt het daar tussenin. 140 miljoen vindt de Duitse fabrikant een goed kostenplaatje. Het veld is er in ieder geval wel over eens dat in de toekomst de sport niet nog duurder kan worden. Volgens AMuS werd er op het einde van de discussie geopperd dat een stapsgewijze afbouw goed zou kunnen werken.
Zo zou er over meerdere jaren van 150 naar 120 miljoen worden afgebouwd. Het argument van de kleinere teams hiervoor was: “Als we financieel ten onder gaan, zullen veel medewerkers halsoverkop hun baan kwijtraken.” Op de stapsgewijze manier valt dit naar alle waarschijnlijkheid grotendeels in te dammen.