Senna en Prost vergeleken: ''Hij was netjes en bleef altijd erg kalm''
Damon Hill werd in 1996 wereldkampioen in de Formule 1 dankzij een geweldige wagen van Williams, maar de Brit had in de jaren ervoor wel kunnen leren van twee grootheden in de Formule 1.
Onder druk
In 1993 kreeg Hill de kans om te gaan rijden voor Williams. Nigel Mansell had besloten om niet door te gaan in de Formule 1 na zijn titel in 1992 en dus moest er een nieuw iemand naast Alain Prost komen. Het werd Hill, die daardoor van dichtbij kon meemaken hoe Prost in 1993 naar zijn vierde en laatste wereldtitel reed.
Een jaar later stapte Ayrton Senna in bij Williams, maar tijdens de derde race van het seizoen kwam de Braziliaan al om het leven. Hill leerde hem dus maar kort kennen, maar vergelijkt voor Auto, Motor und Sport wel de twee grootheden uit de sport.
‘’In mijn ervaring waren het twee mannen die compleet anders werkten. Alain was kalm en deed alles heel voorzichtig. Hij was altijd heel netjes en sloeg zelden met zijn vuist op tafel. Hij deed gewoon zijn werk en was daarnaast heel makkelijk in de omgang’’, zegt Hill die in ’93 onder de nodige druk stond bij zijn debuut voor Williams.
Senna was altijd bezig
Toen Senna naar het team kwam, veranderde de situatie. ‘’De wagen was echt een beest dat jaar, maar Senna was minder toegankelijk. Hij was heel zakelijk en vaak ook erg druk. Hij wilde Williams begrijpen en was daar dagen mee bezig. Hij was in het begin was waakzaam met mij in de buurt, maar het werd ook voor hem wel snel duidelijk dat hij de echte nummer één was.’’
Hill moest het na het overlijden van Senna grotendeels zelf doen voor het team van sir Frank. Met de titel in ’96 bekroonde hij zijn harde werk om uiteindelijk na dat jaar te moeten vertrekken. Een conclusie over Senna en Prost heeft hij wel. ‘’Die twee waren gewoon heel anders qua karakter en op de baan was Ayrton ook veel agressiever’’, besluit Hill.