Adrian Newey: Hoe een man die geen wiskunde kon toch de F1 naar zijn hand zette
Dé sterontwerper van de Formule 1 is ongetwijfeld Adrian Newey. Vanaf de eind jaren 80 baren zijn ontwerpen opzien, vaak in auto’s met minder vermogen. Zodra er een krachtige motor in één van zijn ontwerpen wordt geplaatst, lijken die onverslaanbaar. Het leverde hem in totaal tien wereldtitels op, maar wie is de man achter de successen van Williams, McLaren en Red Bull Racing eigenlijk?
Newey werd op 26 december 1958 geboren in een voor die tijd nogal ongebruikelijk gezin. Zijn moeder had al een eerder huwelijk achter de rug en was een nogal losbandig type. Ze was kunstenares en ging in de jaren 60 helemaal mee met de hippiecultuur. Zijn vader was dierenarts en in tegenstelling tot zijn moeder meer introvert, maar even eigengereid.
Deze botsende karakters zorgden voor veel ruzie in huis en de jonge Adrian zonderde zich dan af in de garage om aan allerlei apparaten en voertuigen te sleutelen en mechanische experimenten uit te voeren. Net als zijn vader was hij daar enorm in geïnteresseerd, maar daar kwam bij dat hij er ook van droomde om met die voertuigen te racen.
Puberen op de kostschool
Die droom hield hij als jonge gast nog lange tijd vast. In zijn pubertijd verbleef hij op de kostschool Repton. Ook daar zonderde hij zich af en werd in eerste instantie gepest, maar vond zijn heil uiteindelijk op de kartbaan. De eerste keer dat hij de karts zag, wist hij al dat hij er ook één moest hebben.
De kart die hij zich kon veroorloven, was echter behoorlijk krakkemikkig en dus moest er gesleuteld worden. Iets waar hij thuis in de schuur al aardig bedreven in was geraakt, en ook op de kostschool kreeg hij toestemming van de beheerder van de werkplaats om aan zijn kart te werken.
In die jaren leerde hij dat hij veel meer plezier beleefde aan manieren verzinnen om zijn kart sneller te laten gaan, dan aan het karten zelf. Hij moest ook wel, want hij kwam er ook snel achter dat hij geen begenadigd coureur was.
Weinig discipline
Newey deed zo een hoop praktijkervaring op, maar als leerling stond hij op school vooral bekend als een flierefluiter. Iemand die niet voor hoge cijfers ging en bovendien eigenwijs, dwars en rebels was. Een kind van zijn ouders zullen we maar zeggen.
Hij zou de school dan ook niet afmaken. Bij een schoolfeest in zijn laatste jaar draaide hij voor de grap de volumeknop van de speakers een slag naar rechts. De monumentale glas in lood ramen van de school konden dit niet aan en Newey kon zijn biezen pakken.
De discipline van de kostschoolcultuur was niets voor hem, maar hij was toen wel al vastbesloten om als ontwerper in de autosport aan de slag te gaan. Daarvoor had hij een universitaire graad nodig. Hij werkte keihard om de Universiteit van Southampton binnen te komen en dat lukte. Newey had deze Universiteit uitgekozen omdat deze een windtunnel had, waar Formule 1-teams als March en Brabham aan hun ontwerpen werkten.
Newey vindt zijn plek op de universiteit
Op deze plek vond de uiteindelijke sterontwerper eindelijk zijn draai. Al ging dat niet zonder slag of stoot. Newey had moeite met wiskunde en in zijn biografie Zo Bouw Je Een Auto geeft hij toe dat dit nog steeds zijn zwakke punt is. Frank Williams heeft echter ooit gezegd dat hij nooit een meer competitief persoon tegen is gekomen dan Adrian Newey en dat kwam hier goed van pas. Hij weigerde op te geven en wist uiteindelijk te slagen.
In de windtunnel kon hij zich daarentegen helemaal uitleven en de resultaten die hij door te experimenteren al tijdens zijn studie behaalde, waren zo indrukwekkend dat hij meteen bij het Formule 1-team van Fittipaldi aan de slag kon.
De rest is geschiedenis. Hij zou al snel verkassen naar March en daar winnende Sportwagens, IndyCars en eind jaren 80 uiteindelijk de Formule 1-auto’s ontwerpen die hem de transfer naar topteam Williams opleverden. Daar zou Newey uitgroeien tot het fenomeen wat hij nu is.