Verstappen laat er geen twijfel over bestaan wat voor hem het belangrijkst is
Het jaarlijkse gesprek met Max Verstappen op Ziggo Sport, waarbij hij terugblikt op het afgelopen raceseizoen, vond dit keer plaats op een bijzondere locatie. Het Tuschinski theater in Amsterdam.
Verstappen werd uitgenodigd door presentator Rob Kamphues om naar het Formule 1-seizoen 2019 te kijken, dat zich dusdanig als een speelfilm ontvouwde dat een bioscoopzaal op zijn plaats leek. Een klein zaaltje welteverstaan. De grote theaterzaal in Tuschinski wordt bewaard voor het geval hij de wereldtitel behaald.
Eerlijk, maar ook gematigd
Bij het analyseren van de belangrijkste gebeurtenissen neemt de Red Bull-coureur vervolgens geen blad voor de mond. Zo vertelt hij heel eerlijk wat hij vindt van het niveau van zijn medecoureurs. Hij is niet zo onder de indruk van Bottas 2.0, Albon is een verbetering ten opzichte van Gasly en meer dan de helft van het huidige F1-veld zou met de dominante Mercedes ook wereldkampioen zijn geworden.
Hij wil daarnaast uit de wereld helpen dat hij een vete zou hebben met Charles Leclerc. Ze zijn misschien geen beste vrienden, maar hij vindt Leclerc verder een prima kerel en heeft naast de baan totaal geen problemen met de Ferrari-coureur.
Leven voor dat ene doel
Zijn gematigde houding ten opzichte van Leclerc vat de toon van dit gesprek dan ook wel samen. Hij maakt zich niet druk om randzaken zoals door de media opgeklopte vetes of ruzies. Ook al is er een incident geweest met een bepaalde coureur, lijkt hij dat snel achter zich te kunnen laten. Hij is alleen bezig met dat ene doel, winnen.
Hoeveel dat voor hem betekent blijkt wel als hem wordt gevraagd wat de bekendheid met hem doet en het beeld stil blijft staan op het moment dat hij op het podium een beker de lucht in steekt.
“Daar leef ik voor, dat ik die beker omhoog kan houden en dan het liefste voor de eerste plek. Heel fijn, die derde plek, maar ik ben daar om te winnen. Ik ben er ook niet puur om de beste Nederlander te zijn. Het maakt uiteindelijk toch niet uit welke nationaliteit je bent. Ik ben er wel trots op dat ik Nederlander ben, maar al was je een Chinees, je bent er om te winnen.”
Hij geeft dan ook aan dat de druk er voor volgend seizoen vol op staat. Dan moet er echt gewonnen worden. Daar heeft hij helemaal geen problemen mee, want van kleins af aan zegt hij niet beter te weten. Hij vindt die druk dus juist wel fijn.