Jos hint naar opzet bij Ferrari: “Zo een rekenfout maak je niet”
- Michael Janiec
Harde beschuldigingen blijven weliswaar uit, maar de F1-kenners Olav Mol en Jos Verstappen bij Peptalk zijn het over één ding eens: de zogenaamde rekenfout bij Ferrari in opzicht van de brandstof vooraf aan de Grand Prix van Abu Dhabi, waardoor het team een boete van 50.000 euro ontving, is geen toeval. Zou een forse fout maak je namelijk niet.
Presentator Jack van Gelder begint met het tonen van bewondering voor Mol. Jaar in, jaar uit vliegt hij ‘de aardkloot’ rond. Is hij blij dat het er weer opzit of zou hij volgende week weer willen gaan? “Nee en ja”, antwoordt de bekende F1-commentator met een brede grijns. Volgens hem is het vooral een kwestie van ‘de rust in je kop hebben dat je niet meer twee uur lang de wedstrijd moet lezen’.
Niet veel later, is Jos te gast via Facetime. De discussie gaat al snel richting de boete aan het adres van Ferrari. Het team moet 50.000 euro aan de FIA betalen, omdat de hoeveelheid brandstof in de tank van Charles Leclerc niet klopte. Er zat teveel brandstof in, bijna vijf kilo en dat is niet weinig.
Olav plaatst het in perspectief. Volgens de commentator hoort het opzoeken van de rand nou eenmaal bij de sport. Net zo goed als dat bij voetbal gebeurt, oppert hij als een relativeringsbruggetje. Daarnaast is het voor de FIA knap lastig om alles van A tot Z te controleren met zulke complexe motoren.
Dat het daadwerkelijk om een rekenfout ging, zoals Ferrari achteraf beweerd heeft, is niet echt geloofwaardig. Mol: “Dat Ferrari nu een boete krijgt van 50 duizend voor een rekenfout is volgens mij een aanwijzing dat de FIA tegen hen zegt: ‘dit is de laatste keer’.”
Jos: “Iedereen weet toch dat dit geen rekenfout is. Je gaat toch niet met vijf kilo meer de race beginnen, want dat scheelt anderhalf tiende (van seconde) per ronde. Zo een rekenfout maakt Ferrari niet.” Nadat Van Gelder vraagt om een conclusie, deinst de voormalig F1-coureur terug: “Ik kan me daar niet over uitlaten, want dat is heel gevaarlijk in de Formule 1. Daar wil ik even mijn vingers niet aan branden.”