Formule 1 wil niet volledig elektrisch worden, wel milieubewuster
- Richard Verweij
Met de MGU-K en MGU-H is de huidige krachtbron in de Formule 1 al deels elektrisch, een verandering waardoor de koningsklasse volledig elektrisch is gaat er niet komen. Pat Symonds, de grote technische baas van de Formule 1, benadrukt wel dat er op den duur motoren zullen komen die een minder groot effect op het milieu zullen hebben. Maar dat zal toch echt ergens anders uit worden gehaald.
Allereerst zal de focus niet worden verlegd naar volledig elektrische motoren vanwege het huidige gebruik van ‘normale’ verbrandingsmotoren. Naar schatting beslaan die zo’n negentig procent van de huidige auto’s wereldwijd. Daar valt dus nog wat te halen als het gaat om CO2-uitstoot, wat de Formule 1 dan ook wil doen met behulp van betere brandstoffen.
“We zullen op een gegeven moment wel meer bezig moeten zijn met het dichter tot elkaar brengen van motor en brandstof”, meent Symonds op het officiële Formule 1-kanaal. “Op het moment dat de nieuwe generatie motoren wordt geïntroduceerd, hebben we een kans om écht wat werk te verzetten op dat gebied. We kunnen dan laten zien dat er alternatieven zijn voor elektrische ‘brandstof’ en ook alternatieven voor de vervuilende batterijen.”
In de komende jaren wil de Formule 1 al stappen zetten als het gaat om het gebruik van biobrandstof. Op dit moment zijn teams verplicht om tenminste 5.75% procent van hun brandstof uit bio-componenten te laten bestaan, in 2021 wil de Formule 1 dat opkrikken naar tien procent.
“Daarbinnen kan je drie varianten onderscheiden. De eerste generatie, waar voornamelijk gebruik wordt gemaakt van gewassen die speciaal worden gepland voor brandstof, de tweede waarin het gaat om afvalproducten en de derde: de zogenaamde e-fuels en synthetische brandstof. Voor die laatste hoeven motoren niet te worden aangepast.”
“Het belangrijkste, is om te benadrukken dat het niet makkelijk gaat worden. Dat gezegd hebbende, denk ik dat alles wat waarde heeft, een zekere doorzettingskracht vereist. Als wij het voor elkaar weten te krijgen, is dat wederom een bijdrage van de motorsport voor de rest van de wereld.”