Hamilton in dubio rondom aanblijven DRS-hulp na 2020
- Michael Janiec
Lewis Hamilton van Mercedes moet het nog zien of de DRS (Drag Reduction System red.) een onderdeel blijft van de koningsklasse na 2020. Tot dusverre denkt de vijfvoudig wereldkampioen dat de nieuwe technische reglementen het hulpmiddel mogelijk overbodig zullen maken, maar in hoeverre de veranderingen ingrijpend zullen zijn? In dat opzicht blijft het nog een vraagteken.
Kunstmatig inhalen middels DRS is een onaantrekkelijke bijkomstigheid van de jaren aan doorontwikkelen van gevoelige aero-onderdelen. De teams blijven de focus houden op het winnen van pure pace, lees: een betere startpositie ten koste van (aerodynamische) stabiliteit. Inhalen komt daardoor in de recente jaren met alsmaar meer risico, terwijl de teams zijn veroordeeld tot het werken met de huidige reglementen, regels die, vanwege de fundamenten ervan, geen makkelijke oplossingen bieden voor het inhaal- en volgprobleem. DRS werkt als het nodig kwaad in de Formule 1. Niet omdat het kan, maar omdat het niet anders kan en dus moet.
Sneeuwbaleffect of Ground Effect?
Zonder ingrijpende veranderingen, lees: Het chassis en de manier waarop downforce wordt gegenereerd, zullen de teams qua ontwikkeling blijven kiezen voor een pakket dat meer snelheid brengt, maar bij het rijden in vuile lucht ten koste van de aerodynamische grip gaat. Vanaf 2021 moet dat verleden tijd zijn, althans dat is wat de FIA en Liberty Media voor elkaar willen krijgen door aanzienlijk meer downforce onderaan het chassis – het ground effect zogezegd – te genereren.
Of DRS nodig zal blijven na de reglementwijzigingen van 2021? Hamilton is voorzichtig optimistisch over de toekomst: “Ik weet niet of ze het (DRS red.) zullen houden in 2021. Ik kan mij voorstellen dat ze dat doen, maar die vleugels zullen veel groter zijn, waardoor het volgen hopelijk beter wordt, dus wellicht is het niet nodig”, stelde Hamilton tegenover de pers.
Langs binnenkant lanceren
De Mercedes-coureur heeft een beeld van hoe het qua actie beter kan: “Bij sommige inhaalacties kom je halverwege een rechte stuk langszij iemand en dat is niet zo spannend”, vervolgde Hamilton. “Je wilt in de bochten kunnen inhalen; jezelf lanceren langs de binnenkant van een andere auto.”
Toch blijft de Brit realistisch over de kwestie: “Dat is nou eenmaal hoe het is. Ik zit er niet mee, ik moet nog steeds pogen om in een positie te geraken waar ik zoiets kan benutten”, aldus Hamilton.