F1 Nieuws

Zandvoort: Van vooroorlogs stratencircuit naar kampioenenbaan

7 oktober 2019 om 10:13
Laatste update: 7 oktober 2019 om 11:15
  • Daniel de Ruiter

Na een afwezigheid van tientallen jaren keert in 2020 eindelijk de Nederlandse Grand Prix weer terug op de F1-kalender. Het toneel voor de Dutch GP is andermaal het Circuit Zandvoort in de Noord-Hollandse duinen, dat in het verleden maar liefst dertig keer het evenement organiseerde. Hoe zagen de beginjaren van het Nederlandse evenement eruit?

Vooroorlogs stratenraces

Voordat er sprake was van een Grand Prix in Zandvoort was de autosport in de Noorde Hollandse kustplaats al populair. In de jaren dertig van de vorige eeuw werden er in Zandvoort namelijk al stratenraces georganiseerd. Het circuit van Zandvoort ontstond na de Tweede Wereldoorlog en heeft haar bestaansrecht te denken aan een deal tussen de Duitse bezetters en de toenmalige burgermeester.

Op een listige manier probeerde de burgermeester van Zandvoort ervoor te zorgen dat de bevolking van zijn gemeente onder de Duitse dwangarbeid uit kon komen. De burgervader stond de Duitsers toe een grote brede weg door Zandvoort aan te leggen. Die zou na de oorlog en de vermeende overwinning van de Duitsers kunnen dienen als een paradeweg. Uiteindelijk werd met onder andere deze weg een permanent racecircuit ontwikkelt.

In 1948 op 7 augustus was het tijd voor de eerste race op het nieuwe permanente circuit.

De eerste Grands Prix

De eerste officiële autorace op het Circuit van Zandvoort werd de Grand Prix van Zandvoort genoemd. Het ging hier echter nog niet om een officiële Formule 1 race. De regels van de koningsklasse werden nog niet strikt toegepast en daarbij was het ook nog geen onderdeel van de F1-competitie. In slechts enkele jaren zou dit veranderen.

De Grand Prix van Zandvoort werd in 1950 al omgedoopt tot de Grote Prijs van Nederland. Nog eens twee jaar later was de Dutch GP onderdeel van het F1-kampioenschap. Tot het midden van de jaren tachtig verdween het Nederlandse evenement (met uitzondering van 1954, 1956, 1957 en 1972) ook niet meer van de F1-kalender. Daarmee werd het vanaf de jaren zestig een vaste waarde.

Overwinnaars en grote namen

Bij de intrede in het officiële F1-kampioenschap werd het circuit erg populair. Logischerwijs reisden de grote coureurs uit de jonge supersnelle raceklasse af naar Nederland, de internationale pers ging uiteraard ook mee en de grote automerken en teams waren aanwezig.

Ascari

Bij de eerste Grand Prix in 1952 was Ferrari oppermachtig. Het hele podium bestond uit coureurs van de Italiaanse renstal, alle drie zelf ook van Italiaanse afkomst. Alberto Ascari claimde de zege. Farina en Villoresi voegden zich in die volgorde bij hun teamgenoot.

In het daaropvolgende jaar deden Ascari en Farina het nog eens dunnetjes over. De derde stek werd in ’53 echter opgeëist door Jose Froilan Gonzalez in zijn Maserati. Gonzalez nam halverwege de race plaats in de bolide van zijn teamgenoot, Felice Bonetto, omdat zijn eigen materiaal stuk was gegaan. Uiteindelijk reed hij van de achtste plek nog naar het podium. The New York Times van 8 Juni 1953 deed verslag:

“Hij (Gonzalez, Red.) nam de wagen van zijn Italiaanse teamgenoot over en reed zo van de achtste naar de derde plek. Ascari, die de andere achttien coureurs achter zich liet, ontving felicitaties van Prins Bernhard van Nederland, de man van koningin Juliana.”

“Ascari deed twee uur en 53 minuten over de negentig rondjes op het circuit. Hij legde 377 kilometer af met een gemiddelde snelheid van 130 km/h.”

Fangio en Moss

In 1955 was het Juan Manuel Fangio die het stokje overnam van Ascari. Dit jaar waren de Mercedessen oppermachtig en was Ferrari niet terug te zien op het podium. Stirling Moss, de teamgenoot van Fangio, finishte tweede. Er werden dit jaar maar liefst honderd rondjes gereden door de duinen.

In 1958 kwam Moss alsnog als winnaar uit de bus van de twee Mercedes-coureurs. Hoewel Fangio niet meer meedeed aan het kampioenschap, pakte Moss een sterke overwinning op het circuit. Tijdens de trainingen voorafgaand aan de race deelde Moss al een klap uit aan Fangio. De New York Times van dat weekend gebruikte de pagina-vullende kop: “Moss maakt gehakt van Fangio’s ronderecord in Zandvoort, al tijdens de trainingen”.

Een spectaculaire baan

Het circuit is voor 2020 weer terug op de kalender. De slingerende baan bestaat uit korte rechte lijnen en snelle bochten. Percentueel gezien is het Zandvoort Circuit zelfs het bochtigste van de kalender. De zanderige baan zorgde in het verleden dikwijls voor spectaculaire races en gevaarlijke crashes. De kritiek die vanuit de huidige coureurs luidt echter dat het inhalen te moeilijk zal worden en dat er geen bijzonder spectaculaire race verwacht kan worden.

Een stukje geschiedenis keert in ieder geval weer terug en dat mag voor de F1-liefhebber zeker meewegen. Welke coureur op de huidige grid gaat zich plaatsen tussen het lijstje legendarische winnaars in Zandvoort zoals Ascari, Fangio, Moss, Stewart, Clark, Lauda, Ickx en Prost?