Honda zet zinnen op Suzuka: "De auto is ook flink verbeterd dit seizoen"
- Richard Verweij
De krachtbron van Honda lag vorig seizoen ‘slechts’ achterin twee wagens van Toro Rosso, in 2019 gromt de Japanse motor ook in de RB15’s van Red Bull Racing. Twee races werden al gewonnen en dus heeft ook Honda de smaak te pakken. Aangezien de thuisrace van de Japanners nog op de planning staat, is dat dé GP waar men echt wil schitteren.
“Ik denk dat we met de verbeterde spec 4 mee kunnen vechten in Japan ja”, klinkt Yasuaki Asagi (uitvoerend directeur van de ontwikkelingsafdeling van Honda) op de vraag van het Japanse AutoSportWeb. “De auto zelf is ook competitiever geworden dit seizoen en dus denk ik dat we op Suzuka goed mee kunnen komen. Het échte gevecht, dat zullen we denk ik pas volgend jaar uitvechten. Zodoende wil ik me daar alvast op voorbereiden.”
De spec-4 die Honda direct na de zomerstop introduceerde, bezorgde Red Bull en Toro Rosso voornamelijk een vooruitgang op het gebied van de interne verbrandingsmotor: De spec-3 die daarvoor kwam betrof voornamelijk een verbeterde turbo. Twee belangrijke componenten zijn dus al flink verbeterd, maar daar houdt het volgens Asagi nog niet mee op. Wel voor dit seizoen, maar een ‘verbetering op het gebied van de verbrandingsmotor is nog zeker mogelijk.’
Niet alleen Honda introduceerde het hele seizoen door verbeteringen, ook directe concurrent Mercedes kwam met een nieuwe specificatie krachtbron. Eentje die, eigenlijk alleen bij de klantenteams, kuren vertoonde. Maar om te spreken van het hebben bereikt van het doel, namelijk Mercedes inhalen, dat wil Asagi niet.
“Ik weet niet precies wat daar aan de hand was”, doelt de Japanner op de geplofte Mercedes-motoren. “Voordat ik dan ook zeg dat we met de spec-4 op gelijke hoogte zijn gekomen, wil ik wat meer analyses zien. Ons doel voor dit seizoen was om op het gebied van de motor een inhaalslag te maken op Mercedes. Of dat ook het geval is? Dit is in ieder geval het eerste seizoen waarin we kunnen zien dat de groei dermate sterk was dat we konden denken aan op gelijke hoogte komen!”