De actiepunten van Paul Ricard: Op deze plekken gaat het allemaal gebeuren!
- Richard Verweij
Uren in de file staan om vervolgens net zo hard om te kunnen draaien en de andere kant op in de file te staan: Zonder ook maar één seconde een F1-wagen te hebben gezien . Het Circuit Paul Ricard mag dan wel lastig te bereiken zijn (understatement van 2018), de teruggekeerde Grand Prix zorgde wel voor de broodnodige sensatie vorig seizoen. Wij zetten, voorafgaand aan het raceweekend, de actiepunten op een rijtje!
Het circuit:
Bocht één
Niet eens een heel lang recht stuk in de eerste ronde tot aan de eerste bocht linksaf, maar toch lang genoeg om voor flink wat chaos te zorgen in 2018. De polesitter aan de linkerkant en dus met de beste lijn, maar achter hem een perfecte slipstream waardoor de coureur op P2 dat gat dicht moet gooien in de openingsronde. Valtteri Bottas deed dat en Seb Vettel hield daar te weinig rekening mee. Verremmen, doorschieten en Bottas van de baan tikken.
Ook op het middenveld zal bocht één wederom lastig worden, zeker nu dat gedeelte van de grid zo ontzettend dicht op elkaar zit. De bocht is ruim genoeg voor drie auto’s naast elkaar, maar dat blijkt in de praktijk toch net even anders. Schiet je rechtdoor, dan heb je in Frankrijk ruimte genoeg om later weer de baan op te komen. Probleem is alleen dat je vrijwel gegarandeerd een tijdstraf aan je broek krijgt vanwege terugkeren en daarbij een voordeel te behalen.
Bocht drie
Voor één van de thuishelden te hopen dat de 2019-editie geen herhaling van de 2018-editie wordt. Romain Grosjean ging als een trein, maar schoot toch voor de zoveelste keer dat seizoen van de baan. In bocht drie, één van de weinige plekken waar de vangrail wel relatief dicht op het asfalt staat. Kom je te hard aan na het rechte stuk van bocht twee of ga je net te vroeg op het gas, dan spin je vrolijk de blauwe uitloopstroken op. Heb je de pech van Grosjean op zak, dan zal je ook nog eens je voorvleugel kapotrijden in de muur.
Bocht zes
Twee DRS-zones in Le Castellet, met de eerste direct na bocht zeven. Belangrijk dus om zo goed mogelijk dat stuk op te komen en dus een perfecte exit te hebben uit bocht zes. Makkelijker gezegd dan gedaan, aangezien er meerdere lijnen mogelijk zijn. Heb je hier iemand achter je die wél een goede exit heeft, dan kan je er donder op zeggen dat deze je op het rechte stuk met twee vingers in de neus voorbij rijdt. Dit is tevens de plek waar een zuchtje wind voor problemen kan zorgen: In de eerste vrije training spinde bijna de helft van de grid hier!
Bocht acht
Zelfs inclusief DRS en een slipstream, zijn er nogal wat verschillen qua vermogen tussen de wagens op de grid. Afhankelijk van met hoeveel vleugel een coureur rijdt, wordt op de rechte stukken tijd gewonnen of verloren. Dat betekent dat het geregeld voor zal komen dat het rechte stuk tot aan bocht acht net niet lang genoeg is om een inhaalactie te plaatsen. Diep inremmen vlak voor de bocht is dan de enige optie, maar reken er maar op dat er coureurs door zullen schieten.
Het voordeel van bocht acht, is dat er geen gigantische vangrail staat. In vroegere versies van Paul Ricard is de chicane achterwege gelaten, vorig jaar en dit seizoen niet. Schiet je rechtdoor, dan moet je wat bordjes omzeilen en kan je jouw weg vervolgen. Wel met een groter flatspot op je banden en wat tijdsverlies, maar dat is beter dan je wagen keihard in de muur te boren.
Bocht tien
Plankgas, of toch voorzichtig iets van het gaspedaal af in bocht tien? We gaan het meemaken met de 2019-wagens, maar hopelijk zorgt deze bocht wederom voor wat sensatie. Zijn de banden te koud en ga je vol gas door bocht tien, dan bestaat de kans dat je keihard spint en je auto niet uit de muur kan houden. Lukt het je wel om de wagen onder controle te houden, dan is het te hopen dat je voorafgaand aan bocht elf weer genoeg rust in je hoofd hebt om die bocht zonder problemen te nemen.
Bocht elf
In de muur raken op Paul Ricard is best een prestatie, maar Marcus Ericsson ging die uitdaging maar al te graag aan. De Zweed schoot in de snelle bocht rechtdoor, draaide en belande aan het einde van VT1 vol in de muur. Vlammen en al uit de Sauber van de Zweed, maar gelukkig geen letsel voor Ericsson.
Bocht twaalf-vijftien
Ruimte zat op het asfalt, maar een bochtencombinatie die eigenlijk maar op één manier genomen kan worden: De rits krommingen net voor start-finish. Neem je in één van de bochten een verkeerde lijn, dan zal je direct van je gas moeten om de volgende te kunnen halen. Natuurlijk is er ruimte op het uitloopvlak, maar de blauwe stukken asfalt remmen een F1-wagen flink af. Dan is het ook nog te hopen dat de exit uit de laatste, bijna haakse bocht, goed genoeg is om snelheid mee te nemen op het rechte stuk. DRS-zone nummer twee ligt daar namelijk te wachten, met het activatiepunt in de voorlaatste bocht. Een uitermate belangrijke bochtencombinatie dus, met nog een listig stukje op het einde: De pitstraat.
Ietwat aangepast voor de 2019-editie, aangezien de combinatie vorig seizoen net iets te ambitieus bleek. Bij het opkomen van het rechte stuk direct rechtsaf en vervolgens schuin linksaf: Flink wat onhandige situaties met auto’s die de garage in wilden duiken maar bijna een achterliggen in de kofferbak kregen. De maximale snelheid in de pitlane ligt immers ontzettend laag, waardoor een opstopping betekent dat er ook file in de laatste bocht ontstaat. Nu maar hopen dat de oplossing net zo goed is als de beweerde oplossing van de verkeerssituatie richting het circuit: Dan kunnen we weer een interessante race verwachten op zondag!