De heftigste crashes op het circuit van Monaco
De Grote Prijs van Monaco wordt al sinds mens en heugenis verreden en menig Formule 1 coureur heeft hier zijn bolide in puin gereden. Het is ondoenlijk om hier alles te behandelen, daarom gaan we het circuit even rond en bespreken per bocht het meest memorabele ongeluk.
Sainte-Dévote - Max Verstappen
De eerste bocht in Monaco is één van de weinige bochten op het circuit waar je op hoge snelheid aankomt en bovendien een minieme mogelijkheid tot inhalen hebt. Uitgelezen kans voor een spectaculaire crash dus. In dit geval gaat de eer van de meest spectaculaire naar Max Verstappen. De Nederlander maakte hier in 2015 als 17-jarige een geweldig debuut mee. Hij wist op meerdere plaatsen coureurs in te halen door handig gebruik te maken van blauwe vlaggen. Romain Grosjean bleek echter een station te ver. Grosjean remde te vroeg, Verstappen te laat, wie zal het zeggen. Resultaat was dat Verstappen achterop de Fransman knalde en zonder vaart te minderen bij Sainte-Dévote de banden invloog.
Beau Rivage - Michele Alboreto
De klim naar boven, richting het Casino. Het hele stuk is volgas, maar door de slingerende weg geen plaats waar je makkelijk naast elkaar kunt rijden. Ondervond ook Michele Alboreto in 1987. De Italiaan wilde een langzaam rijdende Christian Danner inhalen, maar raakte de Zakspeed met zijn achterwiel. Een vuurbal en een platte Ferrari als gevolg.
Mirabeau - Patrick Tambay
Dat je ook in langzame bochten spectaculair kunt crashes bewees Patrick Tambay een jaar eerder. Een ambitieuze inhaalactie in Mirabeau eindigt in een gracieuze koprol. Hij heeft daarbij geluk dat hij niet over de vangrails vliegt.
Tunnel - Fernando Alonso
De snelste bocht op het circuit. In de huidige Formule 1 auto’s is hij makkelijk volgas, maar even van de lijn afwijken en je hangt met 250 op de klok in de muur. Zo ook Fernando Alonso in 2004, die door achterblijver Ralf Schumacher van zijn lijn werd gedrukt. De klap was hard, maar de Spanjaard vond nog wel tijd om zijn middelvinger op te steken.
Chicane - Alberto Ascari
Uitkomen tunnel en de daarbij behorende chicane is zonder twijfel schouwspel geweest van de heftigste ongelukken op het circuit van Monaco. Karl Wendlinger zag hier in 1994 zijn Formule 1 carrière eindigen zowel Jenson Button als Sergio Perez moesten een race missen door de klap die zij maakten. De moderne chicane is echter kinderspel vergeleken met de angstwekkende knik die hier eerst lag. Zonder zichtbaar vaart te minderen knalde men hier in het verleden vanuit de tunnel de kade op. In de jaren 50 was hier nog geen vangrail en dus vloog Alberto Ascari hier in 1955 pardoes de haven in. Als oplossing hiervoor besloot men daarna wat strobalen neer te leggen, wat er in 1967 toe zou leiden dat Lorenzo Bandini omkwam in een vuurzee.
Tabac/zwembad - Giancarlo Fisichella
Dat sommige ongelukken op Monaco onvermijdelijk zijn, bewijst het tafereel dat zich hier enkele ronden na de start in 2004 afspeelde. De Honda motor achterin de BAR van Takuma Sato besloot er met een flinke knal de geest aan te geven. Het gigantische rookgordijn wat daar op volgde, ontnam de achteropkomende coureurs volledig het zicht. Fisichella kon daardoor niet op tijd reageren op een langzaam rijdende Couthard en vloog over de kop.