F1 Nieuws

De opkomst, teloorgang en wederopstanding van Zandvoort als Grand Prix circuit

14 mei 2019 om 17:05
Laatste update: 15 mei 2019 om 02:05

De aankondiging dat er in 2020 een Grand Prix van Nederland zal plaatsvinden, is een heugelijk feit. Dat was het sowieso geweest, op elk circuit. Het feit dat het Zandvoort betreft, maakt het voor de romantici extra speciaal. Er zal een nieuw hoofdstuk worden toegevoegd aan de lange geschiedenis van de autosport op Zandvoort.

De oorsprong

Al voor de Tweede Wereldoorlog leefde in Zandvoort het idee van Autosport. Hoewel er al wel plannen waren voor een permanent circuit, werd bij gebrek aan beter over de openbare weg geracet. De oorlog bood gek genoeg uitkomst. De burgemeester van Zandvoort spoorde de Duitsers aan in de duinen een paradestraat aan te leggen. Daarmee hoopte hij dat de bezetter de Zandvoortse bevolking enigszins zou ontzien, maar ook dat hij dit stuk asfalt bij Duits verlies kon omtoveren tot racecircuit. En zo geschiedde. Die Duitse ‘paradestrasse’ zou het rechte stuk worden van een volledig Grand Prix circuit. Het huidige rechte stuk ligt nog steeds op diezelfde plek.

De 'paradestrasse' in Zandvoort

 

De Grand Prix jaren

De eerste Grand Prix op het gloednieuwe circuit werd verreden in 1948. Dat eerste jaar werd het nog de Grand Prix van Zandvoort genoemd. In 1950 werd er de eerste Grand Prix van Nederland verreden en pas in 1952 de eerste Grand Prix die ook daadwerkelijk meetelde voor het wereldkampioenschap Formule 1.

Gedurende de jaren 50 was Zandvoort nog geen vaste prik op de Formule 1 kalender. Er werd nog weleens een jaar overgeslagen. De namen van de winnaars uit die tijd mogen er desondanks wezen. Alberto Ascari, Juan Manuel Fangio en Stirling Moss wonnen hier allemaal. Vanaf 1958 wist Zandvoort wel een vaste plek op de kalender te veroveren. Met uitzondering van 1972 vond de Nederlandse GP tot 1985 onafgebroken plaats.

De baan die men voor die eerste jaren had aangelegd, was bloedsnel. Met uitzondering van de huidige Tarzan- en Hügenholzbocht, bestond de rest van het circuit uit snelle, glooiende bochten door de duinen. Ideaal jachtterrein voor Jim Clark, die gedurende de jaren 60 dominant was in de Noord-Hollandse duinen. Hij wist viermaal te winnen. Dat is nog altijd een record.

Het zijn echter de jaren 70 die de meest onuitwisbare indruk hebben achtergelaten bij zowel Nederlandse en buitenlandse fans. Helaas tweemaal door een tragedie. Coureurs Piers Courage (1970) en Roger Williamson (1973) kwamen beiden om in een vuurzee. Williamson's ongeluk werd live uitgezonden op televisie. Wereldwijd zagen miljoenen mensen hoe Williamson niet uit zijn brandende wrak kon komen, terwijl de wedstrijdorganisatie de race gewoon door liet gaan.

De organisatie in Zandvoort maakte zo internationaal een hele slechte beurt. Het circuit zelf werd in die tijd echter nog als relatief veilig beschouwd en dus bleef men terugkomen. Er werden wel chicanes aangelegd om de snelheid eruit te halen (De Panoramabocht in 1972 en de Marlborobocht in 1980), maar het circuit behield zijn karakter.

Zandvoort beleefde in die tijd zijn gloriejaren. In 1975 vocht James Hunt hier in zijn Hesketh een heroisch duel uit met Niki Lauda in een Ferrari en behaalde als underdog zijn eerste overwinning. Of Gilles Villeneuve die met een rotgang op drie wielen terugreed naar de pits en vervolgens nog boos is dat zijn team de schade niet kan repareren. Het zijn beelden die bij veel Formule 1 liefhebbers in het geheugen gegrift staan. Oudere liefhebbers met name, want in 1985 kwam hier een einde aan. Toen werd voorlopig de laatste Grand Prix op Nederlandse bodem verreden. Ook die race staat gemarkeerd in de geschiedenisboeken. Dat was namelijk Niki Lauda’s laatste overwinning.

“Stille” jaren 90

Nadat de Grand Prix op financiële gronden uit Zandvoort verdween, werd deze financiële situatie er uiteraard niet beter op. In een laatste wanhoopsdaad kwam de gemeente met een plan een groot deel van het circuitterrein te verkopen aan een bedrijf dat daar bungalows wilde bouwen. Voordat dit plan kon worden uitgevoerd, ging het circuit in 1987 echter toch failliet. Pas toen de Stichting Exploitatie Circuit Park een doorstart maakte, ging een groot deel van de grond uiteindelijk in de verkoop. Op de locatie van de voormalige layout ligt daarom tegenwoordig een groot bungalowpark van Center Parks, een golfbaan, een hockeyclub en een voetbalvereniging.

Het was de bedoeling dat de nieuwe layout van het circuit even lang zou worden als de oorspronkelijke baan, maar dan op een kleiner oppervlak ten noorden van het deel dat verkocht was. Door juridische malaise zou de bouw van dit nieuwe circuit echter jaren op zich laten wachten. In de tussentijd werd vanaf 1989 een korte layout rond de paddock in gebruik genomen. Dit zou bekend komen te staan als het interim circuit. Deze versie van Zandvoort behield de Tarzanbocht en de Hügenholzbocht, maar was verder eigenlijk een slap aftreksel van het oorspronkelijke circuit.

Toch werd ook in die jaren een aantal gedenkwaardige races verreden die het circuit in leven hielden. De belangrijkste daarvan is zonder twijfel de Marlboro Masters. Dit evenement werd geïntroduceerd in 1991 en zou in zijn hoogtijdagen bijna 100.000 bezoekers trekken. Jaarlijks kwamen daar de beste coureurs uit de verschillende Formule 3 kampioenschappen samen, om vervolgens voor de titel ‘Master of Formula 3’ te strijden. Hoogtepunten in die jaren waren de overwinningen van Jos Verstappen in 1993 en Tom Coronel in 1997.

Voor 1998 werd dan eindelijk de vergunning voor de bouw van het volledige circuit goedgekeurd. Het oorspronkelijke gedeelte van Tarzanbocht tot Scheivlak werd in ere hersteld en het circuit werd rondgemaakt in de layout zoals we die ook nu nog kennen. In onderstaand filmpje is de laatste toerwagenrace op het interim circuit uit 1997 te zien. Leuk detail: In het commentaar werd ook toen al gesproken over de hoop dat het nieuwe pitgebouw en de verlenging van het circuit een mogelijke terugkeer van de Grand Prix zou betekenen. In ruim twintig jaar is er dus eigenlijk niets veranderd.

Herstel

In de jaren na de oplevering van de huidige lay-out, bouwde Zandvoort zich langzaam uit tot een gewaardeerd clubcircuit met enige internationale faam. Nu niet alleen door de geschiedenis, maar ook door enkele internationale kampioenschappen die het aantrok. Naast de Marlboro Masters, begaf het vernieuwde DTM kampioenschap zich in 2001 ook richting de duinen. Het DTM is sindsdien een vaste gast op het circuit en de race is geliefd bij zowel rijders als toeschouwers. Later zouden andere toerwagenkampioenschappen zoals het WTCC en het WTCR volgen.

Het grootste evenement wat in die beginjaren van het nieuwe circuit heeft plaatsgevonden, was de A1 Grand Prix. Het racekampioenschap voor landenteams bleek internationaal een grote flop en hield na vier seizoenen al op te bestaan. De races op Zandvoort waren echter een groot succes. Nergens bleken mensen meer te porren voor een Grand Prix gecombineerd met wat chauvinisme dan in Nederland. Vooral de edities van 2006 en 2007 waren indrukwekkend. Beide edities zorgden met ongeveer 100.000 bezoekers voor een uitverkocht huis, waardoor de duinen veranderden in een oranje zee. De beelden van die races geven het beste weer hoe een Grand Prix op Zandvoort er waarschijnlijk uit gaat zien. Toen was al duidelijk dat het Nederlandse publiek snakte naar een terugkeer van de Formule 1. Dat sentiment had alleen nog een katalysator nodig om het daadwerkelijk te laten plaatsvinden.

Wederopstanding als Grand Prix circuit

Het moge duidelijk zijn dat die katalysator er gekomen is in de vorm van Max Verstappen. Door zijn aanwezigheid en goede prestaties in de Formule 1, heeft hij niet alleen de interesse van het grote publiek getrokken, maar ook dat van de mensen die een Grand Prix op Zandvoort nu mogelijk maken.

Zijn succes heeft de huidige investeerders er ongetwijfeld toe aangezet het circuit van Zandvoort in 2016 te kopen. Gekocht met het oog op een mogelijke terugkeer van de Formule 1. Deze daadkracht, in combinatie met de voorkeur die Zandvoort geniet bij Liberty Media, heeft uiteindelijk de doorslag gegeven zodat de Formule 1 weer in de duinen te bewonderen zal zijn.

In de aanloop naar dit besluit is er veel kritiek geweest op het feit dat Zandvoort überhaupt overwogen werd. Zandvoort zou totaal ongeschikt zijn en daar valt wat voor te zeggen. De hoop op een Grand Prix tijdens de bouw van het huidige complex in 1998 is nooit veranderd, maar behalve die hoop, is er eigenlijk ook fysiek niets veranderd op Zandvoort. De baan en het pitgebouw liggen er in 2019 nog precies zo bij als het in 1998 werd opgeleverd. Waar men destijds echter nog sprak over moderne faciliteiten, is het nu een verouderd complex. Zeker vergeleken met de concurrentie.

 

Dat zowel de Formule 1, de FIA en de overheidsinstanties in Nederland pal achter deze keuze staan, laat niet alleen de iconische status van Max Verstappen voor de Nederlandse autosport zien, maar ook dat van Circuit Zandvoort.