Wolff snapt niks van crash Hamilton: 100 procent niet zijn schuld'
Het was een dramatisch weekend voor Lewis Hamilton in de Verenigde Staten. De zevenvoudig wereldkampioen leek op vrijdag nog hoge ogen te kunnen gooien in Austin, maar dat veranderde naarmate het weekend vorderde. Het weekend werd afgesloten door een crash vroeg in de Grand Prix. Toto Wolff denkt alleen niet dat Hamilton zelf schuldig is aan zijn crash.
Een track limit in de sprintkwalificatie, P19 in de kwalificatie voor de race en vervolgens ook nog een crash vroeg in de Grand Prix. Het was een verschrikkelijk weekend voor Hamilton. De Brit hoopte nog wat goed te kunnen maken tijdens de race, maar na twee ronden stond hij vast in het grind, waardoor zijn race vroegtijdig eindigde.
Wolff verdedigt Hamilton na crash
Wolff denkt echter niet dat de crash aan Hamilton ligt: “Vandaag kwam hij in dat incident terecht. Die kwam uit het niets. Hij was niet aan het pushen. Dus mijn opvatting is dat het 100 procent niet Lewis zijn fout is. En dat zeg ik niet om hem te beschermen. Het was duidelijk, er was wind en er was een slipstream.”
Wolff hoopt op mooi afscheid van Hamilton
Hamilton heeft nog vijf races te gaan bij Mercedes, voordat hij volgend seizoen naar Ferrari vertrekt. Wolff hoopt dan ook nog een goed resultaat te halen voordat de zevenvoudig wereldkampioen weggaat: “Daar zijn we op gebrand. Hoe zijn mentaliteit is en hoe de relaties binnen het team zijn, is net zo goed als dat we ooit hebben gehad. Het eerste wat hij deed, is zich verontschuldigen voor het incident. Zoals ik al eerder zei, ik denk niet dat het zijn schuld was. Iets overviel hem.”
Wolff benadrukte vervolgens nog maar eens dat ze afscheid van Hamilton willen nemen met een positief resultaat: “We willen het vieren en hoog eindigen. En ik weet zeker dat we dat zullen doen. Het zou fantastisch zijn als we dit kunnen doen met geweldige prestaties. Maar zo niet, dan doen we ons best. En ik denk dat hij zal kijken naar hoe het bij hen [Ferrari] gaat en we denken dat zij snel zijn.”
Dit artikel werd geschreven in samenwerking met Kada Sarközi