Waarom de Belgische Grand Prix verstandig doet aan rouleren met Nederland

Algemeen

Waarom de Belgische Grand Prix beter kan rouleren met Nederland

Er is helemaal niets mis met ambitie. Maar altijd willen gaan voor de hoofdprijs, zoals de leiding van het circuit Spa-Francorchamps nu ook doet, is niet per definitie slim. De Walen willen namelijk niets weten van een roulatiesysteem, waarbij de Belgische en de Nederlandse Grand Prix elkaar per jaar afwisselen. De komende seizoenen wil Spa elk jaar een Grand Prix organiseren; logisch, maar of het verstandig is, is dus vers twee.

Met steeds meer steden die een Formule 1-wedstrijd willen organiseren en het beperkt aantal plekken op de kalender, speelt Formula One Management (FOM) met het idee om enkele races te gaan rouleren: het ene jaar wel, het andere niet. De Nederlandse Grand Prix staat hier in beginsel niet onwelwillend tegenover, de Belgische race - die op de nominatie staat om met Nederland af te wisselen - blijkbaar niet.

Fee voor Spa stijgt door

Vanessa Maes, de directrice van het circuit, liet in de aanloop naar de Grand Prix weten in te zetten op het verlengen van het contract met meerdere jaren én zonder rouleren. Of FOM akkoord kan gaan met die voorwaarden, hangt volledig af van de fee die Spa wil betalen voor het in huis halen van de Formule 1. Het is geen geheim dat de Belgen jarenlang een lagere fee betaalden dan veel andere circuits op de kalender. Daar wil FOM een einde aan maken. In twee jaar stijgt de fee met 5 miljoen euro – van 23,5 miljoen euro vorig jaar naar 25 miljoen in 2024 en 28 miljoen in 2025. De verwachting is dat voor 2026 en daarna de kosten verder stijgen.

Zo'n bedrag is nauwelijks meer op te hoesten voor de verliesgevende organisatie. Op de één of andere manier moet Spa dat geld namelijk terugverdienen. Tot op heden springt het Waalse gewest jaarlijks met belastinggeld bij om de gaten in de begroting te dichten, en het is de bedoeling om dat dit ook in de toekomst te doen. Het is echter de vraag hoe lang dat nog aan de bevolking uit te leggen is in de voor iedereen lastige, financiële tijden. Ongetwijfeld zijn er genoeg bestedingsdoelen - armoedebestrijding en infrastructuur om iets te noemen - die het geld voor de Spa Grand Prix goed kunnen gebruiken.

Weinig marge op de ticketprijzen

Een andere optie voor de circuitleiding om in elk geval quitte te spelen, is door het verhogen van de ticketprijzen en de consumpties. België behoort qua toegangsprijzen tot de duurste races in Europa, en voor een broodje of een biertje moet je tegenwoordig een dikke portemonnee meebrengen. Veel marge naar boven is er niet meer. Dat is dit jaar wellicht al te zien. De Grand Prix - die over ruim twee weken wordt verreden - is momenteel niet volledig uitverkocht (waar dit een jaar geleden op dit tijdstip wel het geval was).

Nog duurdere kaartjes kan er zomaar voor zorgen dat minder mensen naar de Belgische GP komen, waardoor het gat in de toch al wankele begroting verder stijgt en er dus een nog groter offer van het Waals gewest gevraagd wordt. Bovendien heeft Spa de nodige concurrentie van de Nederlandse Grand Prix, eveneens een vrij dure race. F1-fans kunnen hun centen slechts éénmaal uitgeven. Als er dan gekozen moet worden, doen Nederlanders dat waarschijnlijk liever aan de Dutch Grand dan aan de Belgische equivalent. Dit jaar is dat reeds te zien: Nederlanders zijn niet meer in de meerderheid op Spa.

Voor Vanessa Maes en haar collega’s in de leiding van het circuit zou het juist slim zijn om wél in te stemmen met een roulatiesysteem. In dat geval is er waarschijnlijk geen concurrentie van de Nederlanders - tenslotte rouleer je met hen - en bovendien hoeft de Waalse overheid pas om het jaar miljoenen over te maken. Een win-win situatie dus.