Indrukwekkende Veekay komt vier duizendsten tekort voor pole in Indy 500

De beste zes coureurs gingen om beurt van start om vier ronden zo snel mogelijk af te leggen. De gemiddelde snelheid over de vier ronden bepaalt de startplek. Patricio O’Ward kwam als eerste in actie tijdens de Fast Six, maar kwam niet aan zijn gemiddelde vanuit de Fast Twelve. De Mexicaan van McLaren kwam tot een gemiddelde snelheid van 233.158 mijl per uur.

Na O’Ward was Scott Dixon aan de beurt en die begon sneller, maar verloor gedurende zijn rondes terrein. De coureur uit Nieuw-Zeeland reed een 233.151 en moest daarmee plaatsnemen achter O’Ward. Alex Palou liet daarna even zien waarom hij bovenaan in het IndyCar-kampioenschap staat. In de eerste twee ronden sloeg Palou zijn slag met zelfs een 235.131 in de eerste ronde. Gemiddeld kwam hij uit op 234.217, ruim een mijl per uur sneller dan de mannen voor hem en een pole record in Indianapolis.

De beurt aan Veekay

Na Palou was het de buurt aan Rinus van Kalmthout. In zijn vierde deelname aan de Indy 500 stond hij opnieuw in de Fast Six. Een bijzonder knappe prestatie, maar de man geboren in Hoofddorp wilde natuurlijk meer. Met een 235.019 kwam Rinus in de eerste ronde in de buurt van Palou en was in de tweede ronde zelfs sneller dan de IndyCar-kampioen van 2021. Met een 233.982 bleef Veekay in de buurt van Palou, waardoor alles op de laatste ronde aankwam. Met 2.33.444 komt Van Kalmthout net tekort, want daardoor kwam zijn gemiddelde op 234.211, 0.006 trager dan Palou.

Na deze twee kanonnen was het nog de beurt aan de twee snelsten van de Fast Twelve. Santino Ferrucci kwam niet aan de tijden van Palou en Veekay. De Amerikaan reed gemiddeld 233.661 mijl per uur. Als laatste kwam Felix Rosenqvist de baan op. De Zweed reed een hele vlakke run, maar met een 234.114 mijl per uur moest hij genoegen nemen met P3.