Vijfde teambaas vertrekt alweer bij Ferrari: Binotto is het probleem niet
Mattia Binotto vertrekt bij Ferrari en hoewel de teambaas zelf heeft besloten om te stoppen, sijpelen steeds meer berichten door dat de top van Ferrari geen vertrouwen meer had in de teambaas. Het is daarom niet gek dat maar weinig andere teambazen zin hebben in een overstap naar Maranello.
De historie van Ferrari
Ferrari is het iconische merk in de Formule 1 en met zestien wereldtitels achter haar naam is de constructeur ook de meest succesvolle in de historie van de sport. Daarbij moet wel gezegd worden dat Ferrari al vanaf dag één actief is in de sport, beschikt over het grootste budget en bij de leiding van de F1 en de FIA daarom soms ook een streepje voor heeft.
De zestien titels klinken imposant, maar het grootste gedeelte van deze titels is behaald tussen 1999 en 2008 (acht constructeurstitels). In die tijd was Ferrari hét team in de Formule 1, maar gek genoeg niet geleid door Italianen. Met Jean Todt (Fransman), Ross Brawn (Brit), Rory Byrne (Zuid-Afrika) en Michael Schumacher (Duitser) bestond de kern van het team voornamelijk uit Europeanen die wisten wat er voor nodig was om succesvol te zijn, maar bovenal tijd kregen.
Concurrentie neemt een voorbeeld aan Ferrari
Het is dan ook niet gek dat de concurrenten dit voorbeeld hebben overgenomen. Red Bull Racing heeft sinds de oprichting in 2005 al Christian Horner als teambaas, Helmut Marko is vanaf dag één al de adviseur en Adrian Newey sinds 2006 de technische topman. Met Sebastian Vettel (tussen 2009 en 2014) en Max Verstappen (sinds 2016) werd daar een sterke kopman bij gezocht om successen te boeken. Ondanks mindere jaren tussen 2014 en 2020 hield de top van Red Bull vast aan deze werkwijze en met succes.
Ook bij Mercedes zien we die structuur terug. Toto Wolff stapte in 2013 in als teambaas en heeft sindsdien die rol niet afgestaan. Met Paddy Lowe (2013-2017) en met James Alisson (2017-heden) is ook de technische topfunctie steeds in handen geweest van één sterke leider en in de cockpit bewijst Lewis Hamilton dat Niki Lauda het in 2013 bij het juiste eind had om hem over te halen naar Mercedes te komen.
De twee succesvolste teams sinds de laatste wereldtitel van Ferrari in 2008 (BrawnGP/Mercedes en Red Bull Racing verdeelden de veertien titels) namen daarmee een voorbeeld aan de succesformule van Ferrari, maar de Italianen raakte het spoor sindsdien juist bijster. In dezelfde tijd dat er bij Red Bull maar één teambaas was (Horner) en er bij Mercedes/BrawnGP twee teambazen waren (Ross Brawn en Toto Wolff), waren er vijf teambazen van Ferrari. Jean Todt nam eind 2007 afscheid en Stefano Domenicali nam van 2008-2014 nadien het heft in handen. Toen volgde Marco Mattiacci één seizoen, had Maurizio Arrivabene tussen 2015 en 2018 de leiding in handen en verlaat Mattia Binotto het schip nadat hij de rol van Arrivabene overnam in 2019. In 2023 zien we nummer vijf sinds het vertrek van Todt.
Zorgwekkend verwachtingspatroon
De wisseling van de wacht is nog maar het topje van de ijsberg, maar het zegt al genoeg. Elke teambaas heeft zijn eigen ideeën en richt het hele team naar zijn wensen in. Binotto koos bijvoorbeeld voor een horizontale managementstructuur, waarbij er niet sprake was van één technische topman, maar van een verdeling over meerdere verantwoordelijken. Die structuur moet mogelijk weer helemaal overhoop als de volgende teambaas daar anders over denkt.
De verwachtingen binnen Ferrari zijn ook te hoog. Het feit dat Binotto, na een seizoen waarin het team terugkeerde naar de tweede plaats in het constructeurskampioenschap en op zaterdag vaak genoeg over de snelste wagen beschikte, geen vertrouwen krijgt van de top van Ferrari is zorgwekkend. Je kan het bij Ferrari momenteel dus alleen goed doen als je wereldkampioen wordt. Dat kan echter geen enkele teambaas garanderen.
Ook het gouden tijdperk tussen 1999 en 2008 moest namelijk van ver komen. Todt kreeg in 1993 de leiding in handen en plukte in 1996 met Michael Schumacher de beoogde kopman weg bij Benetton en ook nog de technische kopstukken Brawn en Byrne. Toch duurde het ondanks al deze investeringen vier seizoenen alvorens het team de wereldtitel bij de constructeurs won en vijf seizoenen voor Michael Schumacher zijn derde wereldtitel won. In 1998 en 1999 (alleen bij de coureurs) was de kritiek niet mals toen McLaren en Mika Hakkinen Ferrari te slim af waren, maar geduld loonde.
Natuurlijk ging er in 2022 een hoop strategisch mis bij Ferrari, maar een team moet daar ook van kunnen leren om beter te worden. Een nieuwe teambaas met nieuwe ideeën heeft ook tijd nodig om succesvol te zijn. Waar de Ferrari-top van die nieuwe teambaas zal verwachten dat er gelijk gewonnen wordt, zal ook die tijd nodig hebben.
Zo lang Ferrari geen (langdurig) vertrouwen toont en geen geduld heeft met haar nieuwe teambaas, schiet het helemaal niks op. Het probleem is namelijk niet het poppetje aan de leiding, maar de constante wisselingen aan de top, het gebrek aan vertrouwen en de interne onrust die dat met zich meebrengt. Een nieuwe teambaas zal dat probleem niet oplossen.